Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1690-1710
Stijlen
Classicerende barok
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Landschappelijk
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 31722
Beschrijving
Deel uitmakend van de omringende bebouwing rondom de Sint-Niklaaskerk (zie ook Korte Boterstraat nr. 1 tot 15 en Grasmarkt nr. 1 tot 5).
Nr. 2 tot 12. Huizenrij met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede gevels. Volgens oude zichten oorspronkelijk twee bouwlagen hoog onder mansarde- en zadelbedaking, met uniforme gevelwand in classicerende barokstijl, uit eind 17e - begin 18e eeuw, met pilasterritmering onder aflijnend panelendecor, kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. en balusterleuningen op tweede bouwlaag. In de loop van 19e eeuw toevoeging van derde bouwlaag, voor nr. 4 in 1842, voor nr. 6-8 in 1852. Verbouwde benedenverdiepingen.
Nr. 14-16. Vervangen door bak- en natuurstenen constructie, geïnspireerd op de traditionele stijl, n.o.v. architect J. Roggen van 1954.
Tussen nr. 12 en 14 noordelijk toegang tot de Sint-Niklaaskerk, gevat in natuurstenen geprofileerde rechthoekige omlijsting.
Nr. 2 tot 12. Huizenrij met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) brede gevels. Volgens oude zichten oorspronkelijk twee bouwlagen hoog onder mansarde- en zadelbedaking, met uniforme gevelwand in classicerende barokstijl, uit eind 17e - begin 18e eeuw, met pilasterritmering onder aflijnend panelendecor, kruisvenstersVenster, door een moneel en een tussendorpel in vier vlakken verdeeld. en balusterleuningen op tweede bouwlaag. In de loop van 19e eeuw toevoeging van derde bouwlaag, voor nr. 4 in 1842, voor nr. 6-8 in 1852. Verbouwde benedenverdiepingen.
Nr. 14-16. Vervangen door bak- en natuurstenen constructie, geïnspireerd op de traditionele stijl, n.o.v. architect J. Roggen van 1954.
Tussen nr. 12 en 14 noordelijk toegang tot de Sint-Niklaaskerk, gevat in natuurstenen geprofileerde rechthoekige omlijsting.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 771 (1842), 773 (1852), 62900 (1954).
Publicaties en studies
HENNE A., WAUTERS A., 1975, dl. III, fig. 900, 903, 904, 912.