Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
A. VANDAELE – 1931
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 32691
Beschrijving
Appartementsgebouw in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. naar een ontwerp van architect A.
Vandaele, 1931-1932.
Zeven bouwlagen en terugwijkende attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Strak geordonneerd gevelfront met simili-bekleding, vnl. gemarkeerd door brede en gestapelde trapezoïdale erker van vijf bouwlagen, met centraal drie kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., voorts doorlopende registerbelijning, beglazing en gegroefde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., en balkonbekroning. Gedrukte benedenverdieping met centrale inkom. Zesde verdieping met vijflichten aan weerszij van een centraal risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; attiekverdieping met twee drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., bekroond door hekwerk tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Fraai ijzerwerk van de vleugeldeur, balkonleuningen en attiekbalustraden met concentrische cirkelsegmenten. Twee bescheiden appartementen per verdieping; in het ontwerp duplex op de hoogste en de attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. .
Zeven bouwlagen en terugwijkende attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. . Strak geordonneerd gevelfront met simili-bekleding, vnl. gemarkeerd door brede en gestapelde trapezoïdale erker van vijf bouwlagen, met centraal drie kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., voorts doorlopende registerbelijning, beglazing en gegroefde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., en balkonbekroning. Gedrukte benedenverdieping met centrale inkom. Zesde verdieping met vijflichten aan weerszij van een centraal risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; attiekverdieping met twee drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere., bekroond door hekwerk tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Fraai ijzerwerk van de vleugeldeur, balkonleuningen en attiekbalustraden met concentrische cirkelsegmenten. Twee bescheiden appartementen per verdieping; in het ontwerp duplex op de hoogste en de attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. .
Bronnen
Archieven
SAB/OW 46993 (1931-1932).
