Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

J. CORTEN-CRABBÉ1853

INCONNU - ONBEKEND1862

A. DRICOTarchitect1937

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30941
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuizen in neoclassicistische stijl.

Nr. 14. Eén traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) breed en oorspronkelijk drie bouwlagen onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., naderhand aangepast naar huidige gevel, met verkleinende vensterordonnantie. Panelendecor; spiegelfries onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Vroegere rondboog op zuilen (1853), in 1862 vervangen door neoclassicistische winkelpui; huidige winkelpui van 1937 n.o.v. architect A. Dricot.

Nr. 16. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) breed, op ontwerp van architect J. Corten-Crabbé met rijker geveldecor. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met afgeronde bovenhoeken; spiegelversiering onder de kordonvormende lekdrempels en aflijnende kroon- met tandlijst. Verbouwde begane grond.

Nr. 18 en Brouwersstraat nr. 2. Afgeschuind opbrengsthuis in neoclassicistische stijl met vier bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. en totaal vijf traveeën onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., 1853.
Bepleisterde gevel. Rechthoekige - waaronder blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. - venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in geprofileerde omlijsting op kordonvormende lekdrempels. SteigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel., vernieuwde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en aangepaste begane grond.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 14: 12479 (1853), 12474 (1862), 46727 (1937); 16: 12477 (1853); 18: 12480 (1853).

Websites
16-18: BALat KIK-IRPA