Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32363
lees meer

Beschrijving

Nrs. 2-4-6-8-10 Geheel van drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rijhuizen met neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, waarvoor bouwaanvraag van 1902.

Vier bouwlagen + entresol en in totaal negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel, geleed door gevelbreed balkon met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. ijzeren leuning voor bel-etage, cordons en doorlopende  lekdrempels; dito balkons in respectievelijk middentravee op derde bouwlaag. GetoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met vlakke omlijsting of omlopende waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop.; dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Begane grond doorlopend  verbouwd.


Nrs. 14, 16, 18-20, 22-24, 26, 30 Rijhuizen met vier bouwlagen en overwegend twee of drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder zadel- of mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., uit jaren 1875-1880. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde, neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. lijstgevels, met veelal getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. bovenvensters in geriemde omlijsting op al of niet doorgetrokken lekdrempels, en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Verbouwde pui.

Nr. 16 : bredere opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en licht geaccentueerde middentravee ; fraaie dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Nr. 26-30 : twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. woningen ; winkelpuien met zij- en privé-ingang, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en doorlopend 
entablement.Rijhuizen met vier bouwlagen en overwegend twee of drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), onder zadel- of mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., uit jaren 1875-1880. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde, neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. lijstgevels, met veelal getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. bovenvensters in geriemde omlijsting op al of niet doorgetrokken lekdrempels, en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Verbouwde pui.

Nr. 16 : bredere opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. en licht geaccentueerde middentravee ; fraaie dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Nr. 26-30 : twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. woningen ; winkelpuien met zij- en privé-ingang, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en doorlopend 
entablement.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 10143 (1902).