Typologie(ën)
school
Ontwerper(s)
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
naoorlogs modernisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2006-2008
id
Urban : 18137
Beschrijving
De gemeentelijke basisschool (op nr. 46) en kleuterschool (op nr. 50) werden gebouwd op een groot deel van het terrein tussen de Eburonenstraat, de Grevelingenstraat en de John Waterloo Wilsonstraat; ze werden ontworpen door architect J.M. Morant wiens plannen in 1958 werden goedgekeurd door de Gemeenteraad. Ze vervangen een ouder complex in neoclassicistische stijl.
Geschiedenis
Dit complex bestond voordien uit de kleuterschool nr. 6 op nr. 48 en de gemeentelijke basisschool nr. 9 op nr. 50 – het omgekeerde dus van de huidige situatie. Beide scholen waren van elkaar gescheiden door een muur. Het complex werd in 1864 ontworpen door architect J. Segers. De basisschool opende haar deuren op 4 november 1867. Het terrein, aangekocht door de Stad Brussel van de Administration des Hospices et Secours, lag toen tussen de velden en grensde aan wat toen nog de Keistraat heette. Vooraleer de school de kinderen van de burgerij van de toekomstige Noord-Oostwijk zou ontvangen, bestonden de leerlingen uit arbeiderskinderen van de Granvellewijk, die voordien een lange weg moesten afleggen om naar scholen te gaan in het centrum, in de Terarkenstraat of in Schaarbeek.
De basisschool was rechthoekig en werd voorafgegaan door een met een hek afgesloten binnenplaats, die het grote hoogteverschil tussen het perceel en de straat corrigeerde. De later toegevoegde kleuterschool was eveneens rechthoekig en omgeven door een voortuin.
Het scholencomplex werd tussen 1895 en 1908 meerdere keren vergroot en gewijzigd. Het huis met nr. 46 werd in 1895 geannexeerd. Er werden in 1902 bijkomende klassen gebouwd op de hoek van de Grevelingenstraat en de John Waterloo Wilsonstraat, naar ontwerp van architect Charles Apel, en een tweede keer in 1904. Al in het midden van de jaren 1890 werd het idee geopperd om een nieuwe school te bouwen om de eerste te ontlasten. Ze opende haar deuren in 1907 (zie Veronesestraat nr. 21).
De nieuwe school in de Eburonenstraat werd al gepland in 1954, maar de bouw begon pas in 1961 en eindigde in maart 1964. Deze gebeurde in twee fasen. De eerste fase was net op tijd voltooid om de school in 1962 voor het begin van het nieuwe schooljaar opnieuw te openen.
Beschrijving
Het complex bestaat uit twee verschillende vleugels die, al naargelang het hoogteverschil van het terrein één tot vier bouwlagen tellen.
Op nr. 46 van de Eburonenstraat bestaat de basisschool uit een kubusvormig volume (A) met vier bouwlagen waarin de inkom is ondergebracht. Dan volgt een lange vleugel (B) van slechts één bouwlaag. Het toegangsvolume loopt achteraan over in een vleugel (C) van twee bouwlagen onder dakterras. Deze vleugel is op zijn beurt, via een rotonde, verbonden met een andere vleugel van vier bouwlagen op de hoek van de Grevelingenstraat (D). Tussen deze verschillende volumes ligt een grote binnenplaats.
De kleuterschool op nr. 50 bestaat uit twee vleugels die met een stompe hoek met elkaar verbonden zijn. De kortste (E) met de inkom heeft twee bouwlagen, is rechthoekig en lichtjes inspringend ten opzichte van de Eburonenstraat. De langste (F) heeft twee tot drie bouwlagen en ligt aan de John Waterloo Wilsonstraat, waar zich twee bijkomende ingangen bevinden. Deze vleugel is met blok D van de basisschool verbonden. Op de hoek van de twee vleugels bevindt zich een rotonde van één bouwlaag onder terras. De binnenplaats van de kleuterschool wordt begrensd door een driehoekige overdekte speelplaats (G) in de vorm van een open galerij met metalen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Zijn muur aan straatzijde is rijkelijk voorzien van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met bedrukt glas, terwijl de muur uitgevend op de speelplaats van de basisschool uit glastegels bestaat. Om het hoogteverschil te overbruggen rust het overdekte gedeelte op pilotis die een lager gelegen overdekte ruimte vormen.
De gevels van het complex zouden oorspronkelijk bekleed worden met geprefabriceerde geëmailleerde platen, volgens een toen nieuwe techniek. In 1961 bleek echter uit recente voorbeelden dat deze methode niet voldeed op esthetisch vlak, en de architect koos dus voor traditionele witte brikettenBaksteenvormige tegel die op het reeds bestaande gevelvlak wordt aangebracht ter imitatie van een bakstenen gevel.. De sokkels zijn bekleed met rustieke roze steen. Smalle verticale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. of vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met metalen omlijstingen met dunne onderverdelingen en in het vlak van de muur geplaatst. Er werd rijkelijk gebruik gemaakt van glastegels waarmee grote muurvlakken werden gevuld. De rotonde tussen de vleugels B en C is bijna volledig beglaasd, net als de muur langs het terras boven vleugel C. Boven de toegangsdeuren bevinden zich brede gewelfde luifelsAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. in gebouchardeerd beton.
Vleugel D in de John Waterloo Wilsonstraat is versierd met een indrukwekkende decoratieve compositie in grès grand feu, uitgevoerd door de firma Guérin de Bouffioulx, naar een tekening van ontwerpster Weber, goedgekeurd in 1963. Het werk verbeeldt ‘een slingerdans van kinderen die in de richting van de zon gaan, en die de weg naar het leven of naar het licht symboliseert'.
Geschiedenis
Dit complex bestond voordien uit de kleuterschool nr. 6 op nr. 48 en de gemeentelijke basisschool nr. 9 op nr. 50 – het omgekeerde dus van de huidige situatie. Beide scholen waren van elkaar gescheiden door een muur. Het complex werd in 1864 ontworpen door architect J. Segers. De basisschool opende haar deuren op 4 november 1867. Het terrein, aangekocht door de Stad Brussel van de Administration des Hospices et Secours, lag toen tussen de velden en grensde aan wat toen nog de Keistraat heette. Vooraleer de school de kinderen van de burgerij van de toekomstige Noord-Oostwijk zou ontvangen, bestonden de leerlingen uit arbeiderskinderen van de Granvellewijk, die voordien een lange weg moesten afleggen om naar scholen te gaan in het centrum, in de Terarkenstraat of in Schaarbeek.
De basisschool was rechthoekig en werd voorafgegaan door een met een hek afgesloten binnenplaats, die het grote hoogteverschil tussen het perceel en de straat corrigeerde. De later toegevoegde kleuterschool was eveneens rechthoekig en omgeven door een voortuin.
Het scholencomplex werd tussen 1895 en 1908 meerdere keren vergroot en gewijzigd. Het huis met nr. 46 werd in 1895 geannexeerd. Er werden in 1902 bijkomende klassen gebouwd op de hoek van de Grevelingenstraat en de John Waterloo Wilsonstraat, naar ontwerp van architect Charles Apel, en een tweede keer in 1904. Al in het midden van de jaren 1890 werd het idee geopperd om een nieuwe school te bouwen om de eerste te ontlasten. Ze opende haar deuren in 1907 (zie Veronesestraat nr. 21).
De nieuwe school in de Eburonenstraat werd al gepland in 1954, maar de bouw begon pas in 1961 en eindigde in maart 1964. Deze gebeurde in twee fasen. De eerste fase was net op tijd voltooid om de school in 1962 voor het begin van het nieuwe schooljaar opnieuw te openen.
Beschrijving
Het complex bestaat uit twee verschillende vleugels die, al naargelang het hoogteverschil van het terrein één tot vier bouwlagen tellen.
Op nr. 46 van de Eburonenstraat bestaat de basisschool uit een kubusvormig volume (A) met vier bouwlagen waarin de inkom is ondergebracht. Dan volgt een lange vleugel (B) van slechts één bouwlaag. Het toegangsvolume loopt achteraan over in een vleugel (C) van twee bouwlagen onder dakterras. Deze vleugel is op zijn beurt, via een rotonde, verbonden met een andere vleugel van vier bouwlagen op de hoek van de Grevelingenstraat (D). Tussen deze verschillende volumes ligt een grote binnenplaats.
De kleuterschool op nr. 50 bestaat uit twee vleugels die met een stompe hoek met elkaar verbonden zijn. De kortste (E) met de inkom heeft twee bouwlagen, is rechthoekig en lichtjes inspringend ten opzichte van de Eburonenstraat. De langste (F) heeft twee tot drie bouwlagen en ligt aan de John Waterloo Wilsonstraat, waar zich twee bijkomende ingangen bevinden. Deze vleugel is met blok D van de basisschool verbonden. Op de hoek van de twee vleugels bevindt zich een rotonde van één bouwlaag onder terras. De binnenplaats van de kleuterschool wordt begrensd door een driehoekige overdekte speelplaats (G) in de vorm van een open galerij met metalen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Zijn muur aan straatzijde is rijkelijk voorzien van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met bedrukt glas, terwijl de muur uitgevend op de speelplaats van de basisschool uit glastegels bestaat. Om het hoogteverschil te overbruggen rust het overdekte gedeelte op pilotis die een lager gelegen overdekte ruimte vormen.
De gevels van het complex zouden oorspronkelijk bekleed worden met geprefabriceerde geëmailleerde platen, volgens een toen nieuwe techniek. In 1961 bleek echter uit recente voorbeelden dat deze methode niet voldeed op esthetisch vlak, en de architect koos dus voor traditionele witte brikettenBaksteenvormige tegel die op het reeds bestaande gevelvlak wordt aangebracht ter imitatie van een bakstenen gevel.. De sokkels zijn bekleed met rustieke roze steen. Smalle verticale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. of vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. met metalen omlijstingen met dunne onderverdelingen en in het vlak van de muur geplaatst. Er werd rijkelijk gebruik gemaakt van glastegels waarmee grote muurvlakken werden gevuld. De rotonde tussen de vleugels B en C is bijna volledig beglaasd, net als de muur langs het terras boven vleugel C. Boven de toegangsdeuren bevinden zich brede gewelfde luifelsAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. in gebouchardeerd beton.
Vleugel D in de John Waterloo Wilsonstraat is versierd met een indrukwekkende decoratieve compositie in grès grand feu, uitgevoerd door de firma Guérin de Bouffioulx, naar een tekening van ontwerpster Weber, goedgekeurd in 1963. Het werk verbeeldt ‘een slingerdans van kinderen die in de richting van de zon gaan, en die de weg naar het leven of naar het licht symboliseert'.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 33091-33096 (1866-1884), 33114 (1895), 5871-5877 (1902), 5303 (1904), 391 (1904-1906), 392 (1906-1907), 3961 (1908), 77745 (1957-1963).
SAB/Bulletin communal de Bruxelles, 1864, t. I, p. 295, pp. 442-443, pp. 469-475; 1867, t. II, p. 298; 1900, t. II, p. 874; 1902, t. II, p. 298.
Publicaties en studies
BERCKMANS, C., BERNARD, P., Bruxelles '50 '60. Architecture moderne au temps de l'Expo 58, Aparté, Brussel, 2007, p. 163.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid