







Voormalig Kinderpark Koningin Astrid, thans Centre Pédagogique d'Enseignement Spécialisé
Madridlaan 100
Typologie(ën)
kinderbewaarplaats
park
Ontwerper(s)
Victor-Gaston MARTINY – architect – 1957
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denk bijvoorbeeld aan het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke landschappen die uit verschillende componenten zijn samengesteld voorkomen.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Voormalige kinderbewaarplaats van Expo 58, in modernistische stijl, ontworpen
door architect Victor-Gaston Martiny en gebouwd in 1957.
Geschiedenis
De oorsprong van het
Kinderpark Koningin Astrid gaat terug tot 1937. In het oostelijke deel van het
Ossegempark, dat door de huidige Purperbeukenlaan en de Graaf Moens de
Ferniglaan werd afgeboord, was een park voor kinderen aangelegd, het Astridpark,
dat in 1939 werd ingehuldigd. Het was ontworpen door architect Robert Puttemans
en landschapsarchitect René Pechère en was via nationale intekening aangelegd als
levend monument ter herinnering aan koningin Astrid, die in 1935 in een auto-ongeval
om het leven was gekomen. Dit meer dan drie hectare grote park werd gedomineerd
door een modernistisch paviljoen met plat dak op fijne pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). In het vooruitzicht van Expo 58 werd het geheel afgebroken en in 1957
vervangen door een nieuw paviljoen, meer noordwaarts gelegen, op de hoek met de
Atomiumlaan, net naast de gelijknamige ingangspoort van de tentoonstelling. Het werd ontworpen door Victor-Gaston Martiny, hoofdarchitect-directeur van
de Technische Dienst der Gebouwen van de Provincie Brabant, als permanent
gebouw dat na de Expo een pedagogisch centrum moest worden. Tijdens de tentoonstelling was het de kinderbewaarplaats in het Kinderrijk,
een complex met een lunapark, een raket en een autorenbaan met elektrische
auto’s. Aan de ingang van het gebouw dragen twee
hardstenen platen respectievelijk het opschrift “PARC D’ENFANTS/ REINE ASTRID /
20 MARS 1957” en “KINDERPARK KONINGINASTRID / 20 MAART 1957”. De inhuldiging
vond plaats op 24.03.1958.
Beschrijving
Om het gebouw in het golvende
terrein te integreren koos de architect voor een cirkelboogvormige plattegrond
die de hoogtelijnen volgde.
Het gebouw bestaat uit vier
volumes. Aan de oostkant, aan de laan,
toegangsvolume onder plat dak, verlengd door het
boogvormige hoofdvolume, met daarin oorspronkelijk een grote zaal, onder een
dak met één vlak. Langs dit volume liggen twee volumes met
dezelfde plattegrond, maar minder hoog: aan de zuidkant, een galerij,
die vroeger open was, met verwijdende pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) bekroond door een uitspringend
hellend dak, en die in het volume van de grote zaal lijkt ingewerkt; aan de noordkant,
een tweede volume onder plat dak, met een lange gebogen gang en diverse lokalen.
Geraamte van gewapend beton
met zichtbare gebouchardeerde elementen, waaronder doorlopende lateien. Gevels in bakstenen in “gebronsde” tint. Onderbouw in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van Ourthesteen. Daken met koperbedekking.
Toegangsvolume, hoofdvolume
en noordelijk volume elk inspringend tussen hogere zijmuren. Op het toegangsvolume, brede deur onder bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., geflankeerd door kleine
vensters links en een groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. rechts. Het hoofdvolume wordt op de zuid- en noordgevel verlicht door hoge
vensterregisters. Afgeboord door een muurtje, galerij die
thans is afgesloten met raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., behalve op de hoeken. Noordelijk volume met hoofdgevel met vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. en centrale toegang
onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.; deur naar de gang aan de zijgevels. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; stalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., met dubbele beglazing voor de
grote zaal.
Deze grote zaal, die thans in
klaslokalen is opgesplitst, diende tijdens Expo 58 als refter voor 300
kinderen. In het noordelijke volume, oorspronkelijk,
directiekantoor, dokterskabinet met isolatiekamers, vergaderzalen, keuken en
sanitaire voorzieningen (toiletten, wastafels en douches). Mozaïekvloeren in ijzeraarde in verschillende kleuren, in de grote zaal
versierd met kindertekeningen en in de galerij met gekleurde banden, die van de
gang in een lichtblauwe kleur dat aansluit bij de tegelbekleding van de muren. Sanitaire ruimten met blauw-beige glasscherven en een crèmekleurige lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, ….
Bronnen
Archieven
SAB/IP II D1394 (1937-1961), D1404 (1958).
Publicaties en studies
BERCKMANS, C., BERNARD, P., Bruxelles ’50 ’60. Architecture moderne au temps de l’Expo 58, Aparté, Brussel, 2007, pp. 156-157.
Exposition de Bruxelles 1958. L'architecture, les jardins et l’éclairage, Officieel gedenkboek van de Algemene Wereldtentoonstelling te Brussel 1958, Brussel, 1958, p. 74.
Tijdschriften
“Le parc Astrid, au Heysel”, La Maison, 9, september 1947, pp. 229-232.
“Parc d’Enfants ‘Reine Astrid’”, Habitat Habitations, 10, 1957, p. 108.