Typologie(ën)

school
kinderbewaarplaats
park

Ontwerper(s)

Victor-Gaston MARTINYarchitect1957

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Modernisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38514
lees meer

Beschrijving

Voormalige kinderbewaarplaats van Expo 58, in modernistische stijl, ontworpen door architect Victor-Gaston Martiny en gebouwd in 1957.

Geschiedenis
De oorsprong van het Kinderpark Koningin Astrid gaat terug tot 1937. In het oostelijke deel van het Ossegempark, dat door de huidige Purperbeukenlaan en de Graaf Moens de Ferniglaan werd afgeboord, was een park voor kinderen aangelegd, het Astridpark, dat in 1939 werd ingehuldigd. Het was ontworpen door architect Robert Puttemans en landschapsarchitect René Pechère en was via nationale intekening aangelegd als levend monument ter herinnering aan koningin Astrid, die in 1935 in een auto-ongeval om het leven was gekomen. Dit meer dan drie hectare grote park werd gedomineerd door een modernistisch paviljoen met plat dak op fijne pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). In het vooruitzicht van Expo 58 werd het geheel afgebroken en in 1957 vervangen door een nieuw paviljoen, meer noordwaarts gelegen, op de hoek met de Atomiumlaan, net naast de gelijknamige ingangspoort van de tentoonstelling. Het werd ontworpen door Victor-Gaston Martiny, hoofdarchitect-directeur van de Technische Dienst der Gebouwen van de Provincie Brabant, als permanent gebouw dat na de Expo een pedagogisch centrum moest worden. Tijdens de tentoonstelling was het de kinderbewaarplaats in het Kinderrijk, een complex met een lunapark, een raket en een autorenbaan met elektrische auto’s. Aan de ingang van het gebouw dragen twee hardstenen platen respectievelijk het opschrift “PARC D’ENFANTS/ REINE ASTRID / 20 MARS 1957” en “KINDERPARK KONINGINASTRID / 20 MAART 1957”. De inhuldiging vond plaats op 24.03.1958.

Beschrijving
Om het gebouw in het golvende terrein te integreren koos de architect voor een cirkelboogvormige plattegrond die de hoogtelijnen volgde. Het gebouw bestaat uit vier volumes. Aan de oostkant, aan de laan, toegangsvolume onder plat dak, verlengd door het boogvormige hoofdvolume, met daarin oorspronkelijk een grote zaal, onder een dak met één vlak. Langs dit volume liggen twee volumes met dezelfde plattegrond, maar minder hoog: aan de zuidkant, een galerij, die vroeger open was, met verwijdende pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) bekroond door een uitspringend hellend dak, en die in het volume van de grote zaal lijkt ingewerkt; aan de noordkant, een tweede volume onder plat dak, met een lange gebogen gang en diverse lokalen.

Geraamte van gewapend beton met zichtbare gebouchardeerde elementen, waaronder doorlopende  lateien. Gevels in bakstenen in “gebronsde” tint. Onderbouw in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. van Ourthesteen. Daken met koperbedekking.
Toegangsvolume, hoofdvolume en noordelijk volume elk inspringend tussen hogere zijmuren. Op het toegangsvolume, brede deur onder bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., geflankeerd door kleine vensters links en een groot vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. rechts. Het hoofdvolume wordt op de zuid- en noordgevel verlicht door hoge vensterregisters. Afgeboord door een muurtje, galerij die thans is afgesloten met raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., behalve op de hoeken. Noordelijk volume met hoofdgevel met vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. en centrale toegang onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.; deur naar de gang aan de zijgevels. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... ; stalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., met dubbele beglazing voor de grote zaal.

Deze grote zaal, die thans in klaslokalen is opgesplitst, diende tijdens Expo 58 als refter voor 300 kinderen. In het noordelijke volume, oorspronkelijk, directiekantoor, dokterskabinet met isolatiekamers, vergaderzalen, keuken en sanitaire voorzieningen (toiletten, wastafels en douches). Mozaïekvloeren in ijzeraarde in verschillende kleuren, in de grote zaal versierd met kindertekeningen en in de galerij met gekleurde banden, die van de gang in een lichtblauwe kleur dat aansluit bij de tegelbekleding van de muren. Sanitaire ruimten met blauw-beige glasscherven en een crèmekleurige lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, ….

Bronnen

Archieven
SAB/IP II D1394 (1937-1961), D1404 (1958).


Publicaties en studies
BERCKMANS, C., BERNARD, P., Bruxelles ’50 ’60. Architecture moderne au temps de l’Expo 58, Aparté, Brussel, 2007, pp. 156-157.
Exposition de Bruxelles 1958. L'architecture, les jardins et l’éclairage, Officieel gedenkboek van de Algemene Wereldtentoonstelling te Brussel 1958, Brussel, 1958, p. 74.

Tijdschriften
“Le parc Astrid, au Heysel”, La Maison, 9, september 1947, pp. 229-232.
“Parc d’Enfants ‘Reine Astrid’”, Habitat Habitations, 10, 1957, p. 108.