Typologie(ën)

villa

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1924

Jean HEBBELYCNKarchitect1936

Stijlen

Regionalisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38513
lees meer

Beschrijving

Op de hoek met de Kreupelboslaan, vrijstaande villa met invloed van de cottagestijl, ontworpen ca. 1924.

De woning werd al in 1925 opgenomen in de Almanach du Commerce, onder de naam “campagne de M.
Carlier”. In het kader van de Wereldtentoonstelling van 1935, waarvoor het Ossegempark werd ingericht door de “hoofd tuinarchitect” Jules Buyssens, werd deze villa het “Châlet Forestier” van het park, eigendom van de stad. In 1936 voorzag architect Jean Hebbelynck het gebouw van een groot achterliggend bijgebouw, voor rekening van landschapsarchitect René Pechère.

Villa van twee bouwlagen bestaande uit verscheidene volumes onder verschillend uitgewerkte daken, met houten dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met uitspringende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Bakstenen gevels, thans wit geschilderd. Beraapte verdieping versierd met vakwerk.
Aan de zuidkant, volume onder uitkragend zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. parallel aan de laan, met op de puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. een rechthoekige voorbouw met houten bovenbouw onder drieledig dak. Uitkragende verdieping op houten korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken. en met twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de geveltop.
Aan de noordkant en inspringend aan de kant van de laan, lager volume onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., met op de afgeschuinde hoek een schoorsteenkoker. Uitkragende verdieping aan weerszijden daarvan.
Aan de westkant en langs de trap, volume onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. loodrecht op de laan, waartegen, in de hoek met het zuidelijke volume, een houten toegangsportiek onder tweeledig dak is aangebouwd, achter een trappenpartij. Aan de noordkant, klein volume van één bouwlaag onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Schrijnwerk vervangen.
Aan de westkant, bijgebouw uit 1937 in witgeschilderde baksteen, van één bouwlaag onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met dakvensters in dezelfde stijl als die van het hoofdgebouw. Vakwerkversiering voorzien op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Binnen, oorspronkelijk, grote zaal versierd met een schoorsteen tegen de achterste puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is..


Bronnen

Archieven
SAB/OW 44856 (1936).

Tijdschriften
Almanach du Commerce et de l’Industrie
, “Meysse (avenue de)”, 1925.