Typologie(ën)
appartementsgebouw
Ontwerper(s)
Pierre NETELS – architect – 1928
Stijlen
Art deco
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2018
id
Urban : 38364
Beschrijving
Appartementsgebouw
in art-decostijl, n.o.v. architect Pierre Netels, 1928. Gedateerd “1929” op het
hoofdgestel.
Gevel in oranjekleurige baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. Symmetrische opstand van drie bouwlagen onder plat dak en vier traveeën op de verdiepingen. Over de gehele hoogte van de zijtraveeën, trapezoïdale voorbouw onder geleed dak. Centraal, en geflankeerd door venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., lichtjes uitspringende getrapte portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. onder een entablement met een bas-reliëfdecor van appelen. Op de verdiepingen, inspringende centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gescheiden door een pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met groef. Attiekmuurtje met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. aan de zijkanten, centrale boogvormige bekroning met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met rozen en met een man en vrouw leunend tegen een cartouche die het jaartal bevat. Deur met geometrische getraliede ramen.
Hek van het voortuintje deels bewaard.
Per bouwlaag, twee appartementen volgens spiegelbeeldschema.
Gevel in oranjekleurige baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en hardsteen. Symmetrische opstand van drie bouwlagen onder plat dak en vier traveeën op de verdiepingen. Over de gehele hoogte van de zijtraveeën, trapezoïdale voorbouw onder geleed dak. Centraal, en geflankeerd door venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., lichtjes uitspringende getrapte portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. onder een entablement met een bas-reliëfdecor van appelen. Op de verdiepingen, inspringende centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gescheiden door een pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met groef. Attiekmuurtje met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. aan de zijkanten, centrale boogvormige bekroning met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. versierd met rozen en met een man en vrouw leunend tegen een cartouche die het jaartal bevat. Deur met geometrische getraliede ramen.
Hek van het voortuintje deels bewaard.
Per bouwlaag, twee appartementen volgens spiegelbeeldschema.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 37231 (1928).