Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

A. SAUVAGEarchitect1929

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 37668
lees meer

Beschrijving

Burgerhuis in art-decostijl, n.o.v. architect A. Sauvage, 1929.

Halfopen bebouwing van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., met één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de laan en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de zijkant. Gevel in baksteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. met hardstenen elementen. Muuropeningen met afgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. bovenhoeken. Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster., thans bekleed met pvc, net als de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.
Aan de laan, twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. bekroond door een trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder een plat dak voor een geprofileerde achtergrond. OpengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. centrale borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met volutenmotief. Hoek versierd met groeven.
Op de zijgevel, eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met inspringende geprofileerde omlijsting. Uitspringende rechthoekige toegangsportiek op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) als voorbouw, die in 1971 aan het zicht werd onttrokken door een groot bijgebouw dat de achterzijde van het perceel inneemt.

Oorspronkelijk, gemetselde omheining met een houten ingang, waarvan enkel het linkerdeel is bewaard.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 39062 (1929), 82214 (1971).