Typologie(ën)
beeldhouwwerk en herdenkingsmonument
grafmonument
gemeentelijke begraafplaats
grafmonument
gemeentelijke begraafplaats
Ontwerper(s)
Marcel WOLFERS – beeldhouwer – 1923
J. HENDRICKX – architect – 1923
VERSTREPEN & FRÈRES – Steenkapper – 1880
CORDEMANS – Steenkapper – 1900
Ant. NELSON – beeldhouwer – 1900-1914
S. NORGA – beeldhouwer
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Neogotiek
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2006
id
Urban : 17630
Beschrijving
Aankoopakte van terreinen waarop kerkhof is aangelegd, dateert van 21.03.1918. Plan voor aanleg van gemeentelijk kerkhof goedgekeurd door Gemeenteraad van 17.09.1918. Eerste begrafenissen in september 1919.
In 1934 werd oud parochiaal kerkhof van Sint-Pieterskerk (zie Sint-Pietersvoorplein) ontruimd. Stoffelijke resten en sommige kelders werden toen overgebracht naar het nieuwe kerkhof van Stokkel.
Gezien beschikbare ruimte elk jaar kleiner werd, besloot de Gemeenteraad in 1950 tot uitbreiding van het kerkhof. Aanpalende terreinen tussen Stokkelsesteenweg en spoorlijn werden aangekocht om bestaande oppervlakte te verdubbelen. Nieuw kerkhof, aangelegd achter nr. 315 tot 383, grenst aan ouder kerkhof, maar heeft aparte ingang. Eerste begrafenis op 08.05.1974.
Ingang van oud gedeelte geflankeerd door twee analoge paviljoens in eclectische stijl, waarschijnlijk van vlak na W.O. I.

Centraal in ereperk en vlakbij ingang Monument voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. Oorspronkelijk stond dit monument op de Tervurenlaan ter hoogte van voormalige brug van spoorlijn Brussel-Tervuren. Daar ingehuldigd in 1923. Na W.O. II werd voor het monument stenen open boek geplaatst waarin namen van gesneuvelde soldaten uit gemeente zijn gebeiteld. Toen laan werd verbreed, werd monument in 1963 naar kerkhof van Stokkel verplaatst. Signatuur op sokkel “Marcel Wolfers 1923”. Rust op tweede sokkel van roze graniet n.o.v. arch. J. Hendrickx. “Het beeld: een jonge man met naakte torso en resoluut gezicht, staat op het punt zijn zwaard te trekken. Een oude vrouw, symbool van de Moeder des Vaderlands, staat bedroefd achter hem, omhult hem met haar kapmantel en houdt hem in haar armen. Maar de allegorie van de dood geeft hem de doodskus.” (VANDERVELDE, C., 1997, p. 300).
De opvallendste graven zijn vermeld door Cécilia Vandervelde. Onder meer de neogotische kapel van de familie Mostinck met bijzonder architecturaal karakter. Notaris Mostinck uit Brussel vestigde zich in 1850 in Sint-Pieters-Woluwe. Hij overleed in 1882, een jaar na zijn vrouw. Hij bezat een, thans verdwenen, buitenhuis in de Bemelstraat. Familiekapel afgebeeld op oude prentbriefkaarten van Sint-Pieterskerk (GASPW/DE postkaart inv. 40). Zij stond dus oorspronkelijk op voormalig parochiaal kerkhof van Sint-Pieter en werd in 1934 naar dat van Stokkel verplaatst. Klein hardstenen gebouw in typische neogotische stijl, vermoedelijk uit jaren 1880. Muuropeningen onder spitsboogvormig timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met veellobig decor, pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje., attiekbalustrade met drielobbige openingen, enz. Signatuur op sokkel “Verstrepen Fr Bruxelles Evere”.

Andere hardstenen monumenten in neogotische stijl, waarschijnlijk ook van eind XIX-begin XX. Allicht naar Stokkel verhuisd in jaren 1930, bij ontruiming van voormalig kerkhof van Sint-Pieterskerk. Onder meer concessie van families Willems, Wannaar en Beckers en kapel van familie Dumon, gesigneerd “Cordemans, ch. de Louvain 619”.
Grafkelder van de familie Levoz, ongetwijfeld van kort voor W.O. I. Mooie stèle ter nagedachtenis van Arthur Levoz “Arthur LEVOZ / 1852-1910 / Magistrat honoraire / Président d'honneur de la / Société pour la protection / de l'enfance : et son épouse / Laure HAUZEUR / 1853 – 1942”. Hardstenen stèle met bronzen bas-reliëf, in vorm van vensteropening waarin jonge vrouw het boek over kinderbescherming van A. Levoz leest, en meisje dat bloemenruiker neerlegt. Inscriptie “L'enfant c'est l'avenir”. Signatuur “Ant. Nelson”.

Talrijke graven uit interbellum. Onder meer ontroerend graf van jongen met insignes – hoed, sjaal en armband – van scouts en met grafschrift “ici repose notre petit scout bien aimé Henri-Jean-Aléoda Ghyse rentré à la maison le 16 juin 1928 à l'âge de 14 ans 3 mois et 5 jours. – Etre prêt – Servir”.
De mooie art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. kelders grotendeels uitgevoerd door marmerslijperij Tilman, gevestigd op Stokkelsesteenweg nr. 309, vlakbij het kerkhof. Onder meer die van families Lambrechts-Dotremont en Hauwaert-Vandersaenen, allebei rijke geometrische architectuur in hardsteen en zwart marmer; die van familie Mellaerts met decor van gesculpteerde rozen; die van familie Spelten-Marien met bronzen wenende figuur in haut-reliëf, gesigneerd S. Norga.
In 1934 werd oud parochiaal kerkhof van Sint-Pieterskerk (zie Sint-Pietersvoorplein) ontruimd. Stoffelijke resten en sommige kelders werden toen overgebracht naar het nieuwe kerkhof van Stokkel.
Gezien beschikbare ruimte elk jaar kleiner werd, besloot de Gemeenteraad in 1950 tot uitbreiding van het kerkhof. Aanpalende terreinen tussen Stokkelsesteenweg en spoorlijn werden aangekocht om bestaande oppervlakte te verdubbelen. Nieuw kerkhof, aangelegd achter nr. 315 tot 383, grenst aan ouder kerkhof, maar heeft aparte ingang. Eerste begrafenis op 08.05.1974.
Ingang van oud gedeelte geflankeerd door twee analoge paviljoens in eclectische stijl, waarschijnlijk van vlak na W.O. I.

Centraal in ereperk en vlakbij ingang Monument voor de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. Oorspronkelijk stond dit monument op de Tervurenlaan ter hoogte van voormalige brug van spoorlijn Brussel-Tervuren. Daar ingehuldigd in 1923. Na W.O. II werd voor het monument stenen open boek geplaatst waarin namen van gesneuvelde soldaten uit gemeente zijn gebeiteld. Toen laan werd verbreed, werd monument in 1963 naar kerkhof van Stokkel verplaatst. Signatuur op sokkel “Marcel Wolfers 1923”. Rust op tweede sokkel van roze graniet n.o.v. arch. J. Hendrickx. “Het beeld: een jonge man met naakte torso en resoluut gezicht, staat op het punt zijn zwaard te trekken. Een oude vrouw, symbool van de Moeder des Vaderlands, staat bedroefd achter hem, omhult hem met haar kapmantel en houdt hem in haar armen. Maar de allegorie van de dood geeft hem de doodskus.” (VANDERVELDE, C., 1997, p. 300).
De opvallendste graven zijn vermeld door Cécilia Vandervelde. Onder meer de neogotische kapel van de familie Mostinck met bijzonder architecturaal karakter. Notaris Mostinck uit Brussel vestigde zich in 1850 in Sint-Pieters-Woluwe. Hij overleed in 1882, een jaar na zijn vrouw. Hij bezat een, thans verdwenen, buitenhuis in de Bemelstraat. Familiekapel afgebeeld op oude prentbriefkaarten van Sint-Pieterskerk (GASPW/DE postkaart inv. 40). Zij stond dus oorspronkelijk op voormalig parochiaal kerkhof van Sint-Pieter en werd in 1934 naar dat van Stokkel verplaatst. Klein hardstenen gebouw in typische neogotische stijl, vermoedelijk uit jaren 1880. Muuropeningen onder spitsboogvormig timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met veellobig decor, pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje., attiekbalustrade met drielobbige openingen, enz. Signatuur op sokkel “Verstrepen Fr Bruxelles Evere”.

Andere hardstenen monumenten in neogotische stijl, waarschijnlijk ook van eind XIX-begin XX. Allicht naar Stokkel verhuisd in jaren 1930, bij ontruiming van voormalig kerkhof van Sint-Pieterskerk. Onder meer concessie van families Willems, Wannaar en Beckers en kapel van familie Dumon, gesigneerd “Cordemans, ch. de Louvain 619”.
Grafkelder van de familie Levoz, ongetwijfeld van kort voor W.O. I. Mooie stèle ter nagedachtenis van Arthur Levoz “Arthur LEVOZ / 1852-1910 / Magistrat honoraire / Président d'honneur de la / Société pour la protection / de l'enfance : et son épouse / Laure HAUZEUR / 1853 – 1942”. Hardstenen stèle met bronzen bas-reliëf, in vorm van vensteropening waarin jonge vrouw het boek over kinderbescherming van A. Levoz leest, en meisje dat bloemenruiker neerlegt. Inscriptie “L'enfant c'est l'avenir”. Signatuur “Ant. Nelson”.

Talrijke graven uit interbellum. Onder meer ontroerend graf van jongen met insignes – hoed, sjaal en armband – van scouts en met grafschrift “ici repose notre petit scout bien aimé Henri-Jean-Aléoda Ghyse rentré à la maison le 16 juin 1928 à l'âge de 14 ans 3 mois et 5 jours. – Etre prêt – Servir”.
De mooie art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. kelders grotendeels uitgevoerd door marmerslijperij Tilman, gevestigd op Stokkelsesteenweg nr. 309, vlakbij het kerkhof. Onder meer die van families Lambrechts-Dotremont en Hauwaert-Vandersaenen, allebei rijke geometrische architectuur in hardsteen en zwart marmer; die van familie Mellaerts met decor van gesculpteerde rozen; die van familie Spelten-Marien met bronzen wenende figuur in haut-reliëf, gesigneerd S. Norga.
Bronnen
Publicaties en studies
VANDERVELDE, Cecilia, Les champs de repos de la Région bruxelloise. Etude de l’architecture et de la sculpture funéraires, des symboles et des épitaphes. Inventaires, Brussel, 1997, pp. 295-311.
Woluwe-Saint-Pierre, situation communale, réalisations, projets, s.d., 1950.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid