Lyceum La Retraite, voormalig pensionnat des Dames de la Retraite du Sacré-Cœur
Eedgenotenstraat 70
Typologie(ën)
kapel
school
beeldhouwwerk en herdenkingsmonument
school
beeldhouwwerk en herdenkingsmonument
Ontwerper(s)
E. REPOSEUR – architect – 1902
L. REPOSEUR – architect – 1902
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Neoromaans
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2006-2008
id
Urban : 17740
Beschrijving
Beslaat volledig terrein tussen Van Campenhoutstraat, Keizer Karelstraat en Jennevalstraat. Gebouwd voor Dames de la Retraite du Sacré-Cœur, afkomstig uit Angers en n.o.v. Parijse arch. E. en L. Reposeur, 1902.
Geschiedenis
Drie jaar eerder hadden de nonnen E. Reposeur al belast met het ontwerp van een gebouw tegenover dit terrein, waarin een gratis lagere school werd ondergebracht (zie nr. 112-114 Keizer Karelstraat). Het was in die tijd dat ze het terrein in de Eedgenotenstraat nr. 70 konden verwerven, voor een toekomstige uitbreiding van de school. De stad eiste echter dat het terrein snel bebouwd zou worden en de bouw van de uitbreiding, deze keer een betalend pensionaat, begon eind 1902 en was voltooid in 1904. Het opende het jaar daarop zijn deuren (DELIENS, P., 1982, p. 50).
Het gebouw ligt op de hoek van de Jennevalstraat en bestond oorspronkelijk uit twee T-vormig met elkaar verbonden vleugels van drie bouwlagen. De korte vleugel, parallel aan de Eedgenotenstraat, wordt voorafgegaan door een lager toegangsvolume dat op de hoek van de straten ligt. Een tweede ingang bevindt zich in het midden van de lange vleugel in de Jennevalstraat.
In 1903 werd rond de tuin met bomen een bakstenen omheiningmuur gebouwd. Hetzelfde jaar ontwierp arch. G. Vanophem op de hoek van de Keizer Karellaan en de Jennevalstraat een conciërgewoning van twee bouwlagen.
In 1926 werd volgens de plannen getekend door arch. Dabeau (?), tussen het schoolgebouw en de conciërgewoning, loodrecht op de Jennevalstraat een rechthoekige loods gebouwd. De loods zou later dienst doen als feestzaal en turnzaal. In 1939 breidde arch. Armand Demey de lange vleugel van het hoofdgebouw uit met een derde verdieping. In 1946 ontwierp dezelfde arch. tussen deze vleugel en de feestzaal en uitgevend op de Jennevalstraat een kapel in neoromaanse stijl. Dit bakstenen gebouw van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geeft via een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. uit op het voorplein van de school.
Twee jaar later ontwierpen de arch. Paul en St. Dhaeyer een volume van één bouwlaag dat werd gebouwd op het voorplein in de Jennevalstraat. Het bood plaats aan vier klassen voor wetenschappelijk onderwijs van het voormalige pensionaat dat omgedoopt was in het Institut de la Retraite du Sacré-Cœur. De omheiningmuur en de toegangsportiek in de as van de lange vleugel, verdwenen.
In 1988 maakte arch. Philippe Toussaint van het architectenbureau Urbs, plannen voor de sloop van de kapel en de turnzaal, om ze te vervangen door nieuwe klassen en een polyvalente zaal met sportzaal op de verdieping. De uitvoering van deze plannen liep vertraging op en in 1991 dienden Philippe Toussaint en zijn medewerker Philippe Colpaert van het bureau Archi Studio een nieuwe bouwaanvraag in. De toelating werd het jaar daarop afgeleverd, maar de bouw begon pas in 1995.
Beschrijving
De vleugels van 1902 hebben een bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Op hoek van Eedgenotenstraat en Jennevalstraat, volume van twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; drie in Jennevalstraat en op voorplein, twee in Eedgenotenstraat. In laatstgenoemde ingang onder hardstenen bekroning: spitsboogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op zware consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Deze traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door rechthoekig torentje onder tentdak; op benedenverdieping met spiegel en op verdieping met rondboogvenster onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Toegangsdeur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... op verdieping bewaard. In dit volume op benedenverdieping vestibule geflankeerd door drie kleine kantoren grenzend aan Jennevalstraat.
T-vormig gebouw in eerste bouwlaag met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., onder latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. in tweede bouwlaag en in derde bouwlaag onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen in zelfde omlijsting. Korte vleugel met zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Eedgenotenstraat en twee korte kanten telkens met drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. van 1962. In twee gevels van lange vleugel vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerszijden van bredere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Door toevoeging van vleugel in 1964 aan straatkant, bestaat toegangsdeur nog alleen aan tuinzijde: deur onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. op korte zuilen met Korinthisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; het geheel onder mijterboogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. De in 1939 toegevoegde bouwlaag is bekleed met leisteen, zodat ze het uitzicht heeft van de ondervlakken van een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met valse dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. breder en met driehoekige bekroning waarin reliëf van kruis geflankeerd door volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., onder eveneens kruisvormige bekroning. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Op de benedenverdieping van de korte vleugel bevond zich oorspronkelijk een salon, een spreekkamer en een klaslokaal. In de lange vleugel geeft een gang uit op een feestzaal en een refter. Op de verdiepingen bevinden zich klaslokalen, een kapel een slaapzaal. Op het uiteinde van elke vleugel bevindt zich een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.; metalen trapleuning en kunstig bewerkte trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap..
Op hoek van de Jennevalstraat en Keizer Karelstraat, voormalige conciërgewoning van twee bouwlagen. Bakstenen gevel. Aan straatzijde een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. geflankeerd door telkens één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op benedenverdieping getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; rondboogvensters op verdieping. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Tuin met beelden en Lourdesgrot in rotsbepleistering met een Mariabeeld.
Geschiedenis
Drie jaar eerder hadden de nonnen E. Reposeur al belast met het ontwerp van een gebouw tegenover dit terrein, waarin een gratis lagere school werd ondergebracht (zie nr. 112-114 Keizer Karelstraat). Het was in die tijd dat ze het terrein in de Eedgenotenstraat nr. 70 konden verwerven, voor een toekomstige uitbreiding van de school. De stad eiste echter dat het terrein snel bebouwd zou worden en de bouw van de uitbreiding, deze keer een betalend pensionaat, begon eind 1902 en was voltooid in 1904. Het opende het jaar daarop zijn deuren (DELIENS, P., 1982, p. 50).
Het gebouw ligt op de hoek van de Jennevalstraat en bestond oorspronkelijk uit twee T-vormig met elkaar verbonden vleugels van drie bouwlagen. De korte vleugel, parallel aan de Eedgenotenstraat, wordt voorafgegaan door een lager toegangsvolume dat op de hoek van de straten ligt. Een tweede ingang bevindt zich in het midden van de lange vleugel in de Jennevalstraat.
In 1903 werd rond de tuin met bomen een bakstenen omheiningmuur gebouwd. Hetzelfde jaar ontwierp arch. G. Vanophem op de hoek van de Keizer Karellaan en de Jennevalstraat een conciërgewoning van twee bouwlagen.
In 1926 werd volgens de plannen getekend door arch. Dabeau (?), tussen het schoolgebouw en de conciërgewoning, loodrecht op de Jennevalstraat een rechthoekige loods gebouwd. De loods zou later dienst doen als feestzaal en turnzaal. In 1939 breidde arch. Armand Demey de lange vleugel van het hoofdgebouw uit met een derde verdieping. In 1946 ontwierp dezelfde arch. tussen deze vleugel en de feestzaal en uitgevend op de Jennevalstraat een kapel in neoromaanse stijl. Dit bakstenen gebouw van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geeft via een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. uit op het voorplein van de school.
Twee jaar later ontwierpen de arch. Paul en St. Dhaeyer een volume van één bouwlaag dat werd gebouwd op het voorplein in de Jennevalstraat. Het bood plaats aan vier klassen voor wetenschappelijk onderwijs van het voormalige pensionaat dat omgedoopt was in het Institut de la Retraite du Sacré-Cœur. De omheiningmuur en de toegangsportiek in de as van de lange vleugel, verdwenen.
In 1988 maakte arch. Philippe Toussaint van het architectenbureau Urbs, plannen voor de sloop van de kapel en de turnzaal, om ze te vervangen door nieuwe klassen en een polyvalente zaal met sportzaal op de verdieping. De uitvoering van deze plannen liep vertraging op en in 1991 dienden Philippe Toussaint en zijn medewerker Philippe Colpaert van het bureau Archi Studio een nieuwe bouwaanvraag in. De toelating werd het jaar daarop afgeleverd, maar de bouw begon pas in 1995.
Beschrijving
De vleugels van 1902 hebben een bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel met doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Op hoek van Eedgenotenstraat en Jennevalstraat, volume van twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; drie in Jennevalstraat en op voorplein, twee in Eedgenotenstraat. In laatstgenoemde ingang onder hardstenen bekroning: spitsboogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op zware consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Deze traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door rechthoekig torentje onder tentdak; op benedenverdieping met spiegel en op verdieping met rondboogvenster onder archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Toegangsdeur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... op verdieping bewaard. In dit volume op benedenverdieping vestibule geflankeerd door drie kleine kantoren grenzend aan Jennevalstraat.
T-vormig gebouw in eerste bouwlaag met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., onder latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. in tweede bouwlaag en in derde bouwlaag onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen in zelfde omlijsting. Korte vleugel met zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Eedgenotenstraat en twee korte kanten telkens met drie gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. van 1962. In twee gevels van lange vleugel vier gelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan weerszijden van bredere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Door toevoeging van vleugel in 1964 aan straatkant, bestaat toegangsdeur nog alleen aan tuinzijde: deur onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. op korte zuilen met Korinthisch kapiteelKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; het geheel onder mijterboogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. De in 1939 toegevoegde bouwlaag is bekleed met leisteen, zodat ze het uitzicht heeft van de ondervlakken van een mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met valse dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken en frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.; centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. breder en met driehoekige bekroning waarin reliëf van kruis geflankeerd door volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer., onder eveneens kruisvormige bekroning. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Op de benedenverdieping van de korte vleugel bevond zich oorspronkelijk een salon, een spreekkamer en een klaslokaal. In de lange vleugel geeft een gang uit op een feestzaal en een refter. Op de verdiepingen bevinden zich klaslokalen, een kapel een slaapzaal. Op het uiteinde van elke vleugel bevindt zich een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.; metalen trapleuning en kunstig bewerkte trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap..
Op hoek van de Jennevalstraat en Keizer Karelstraat, voormalige conciërgewoning van twee bouwlagen. Bakstenen gevel. Aan straatzijde een blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. geflankeerd door telkens één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op benedenverdieping getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; rondboogvensters op verdieping. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Tuin met beelden en Lourdesgrot in rotsbepleistering met een Mariabeeld.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 908 (1902); 909 (1903); 8837 (1903); 31236 (1926); 51299 (1939); 56626 (1946); 77176 (1962); 80285 (1964); 97270 (1988-1991).
Publicaties en studies
DELIENS, P., Rond-Point Schuman. Histoire du quartier Nord-Est à Bruxelles, d'Ambiorix à nos jours, Paul Deliens éd., Brussel, 1982, p. 50.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid