Deze straat verbindt het Sint-Denijsplein met de Brits Tweedelegerlaan, die langs de spoorlijn Brussel-Bergen loopt. De Hallestraat begint er.
De straat volgt het tracé van de oude buurtweg nr.22, die in 1850 bekendstond onder de naam Koyenstraat (Koeienstraat). Ze verbond de oude gemeenschappelijk weide van de dries (het huidige Sint-Denijsplein) met de weiden ten westen van de abdij van Vorst. In de loop van de 19e eeuw werd de dries, die in het hart van de oude dorpskern van Vorst lag, geleidelijk verstedelijkt. In 1875 liet de gemeentelijke overheid er een square aanleggen en een kleine gemeenteschool voor jongens bouwen; de meisjes kregen toen les in de klaslokalen die in 1828 waren ingericht in de lokalen van het gemeentehuis, Barcelonastraat (gesloopt). Twee jaar later was de omgeving van de dries het voorwerp van een eerste rooiplan vastgelegd bij K.B. van 12.06.1877 en opgesteld door ingenieur der Bruggen en Wegen J. Poncelet. Het plan voorzag tevens in het rechttrekken van verscheidene oude wegen, waaronder buurtweg nr.16 of de huidige Driestraat, evenals, in haar verlenging, van de zuidkant van de dries. De noordkant van de oude weide werd ingericht door het rooiplan vastgelegd bij K.B. van 07.04.1881, dat in het verlengde ervan ook voorzag in het rechttrekken van de oude Koyenstraat (buurtweg nr.22), de huidige Stationstraat, die de verbinding verzekerde tussen het dorp en de halte Vorst-Zuid (1851), later het station Vorst-Zuid (1862) (zie Stationstraat nr.91), op de spoorlijn Brussel-Tubeke (1840). Het is aan dat station dat de straat haar uiteindelijke naam dankt (03.12.1874).
Het gedeelte van de oude weg nr.22 voorbij de spoorlijn was het voorwerp van een rooiplan vastgelegd bij K.B. van 21.09.1876 en werd tot Bollinckxstraat omgedoopt.
In augustus 1887 stelde ingenieur J. Poncelet een nieuw rooiplan op (Projet de rues à ouvrir à proximité du Dries) dat onder meer tot doel had de verbinding tussen het centrum van het dorp en het station te verbeteren: ter hoogte van hun kruising werden de Hallestraat (1877) en de Waterstraat (1877) allebei verlengd met een nieuw straatdeel dat ze rechtstreeks verbond met de Stationstraat en het station. Het gemeenteplein werd oostwaarts uitgebreid door de sloop van de kleine school (1875), die werd vervangen door een grotere instelling die tussen de Driesstraat (zie Driesstraat nr.25-27) en de verlengde Hallestraat zou worden gebouwd. Tot slot moest de verkoop van de percelen van een verkaveling die zou worden aangelegd tussen de Driesstraat en de Stationstraat de kosten voor de aanleg van de straat dekken. Het plan werd op 24.12.1887 goedgekeurd door wegeninspecteur Victor Besme en definitief vastgelegd bij K.B. van 11.04.1888.
De huidige bebouwing van de Stationstraat is weinig homogeen. De terreinen rond de straat bleven trouwens lange tijd onbebouwd: de gebouwen verrezen er pas rond 1900-1910, hoofdzakelijk in de onmiddellijke nabijheid van het Sint-Denijsplein. Het gaat om woonhuizen in eclectische stijl in baksteen, zoals het geheel gevormd door nr.1-1A, 3, 5 en 7 uit 1905 (aannemer Philippe Deleener), dat helaas door talrijke wijzigingen zijn oorspronkelijke homogeniteit is kwijtgeraakt. Vermelden we ook nr.24-26 (1913) en nr.28 (architect J.-B. Bogaert, 1904), die beter zijn bewaard. Binnen deze bebouwing bevindt zich ook het oude postkantoor van de gemeente uit 1954 (nr.9-11; architect Ferrière).
Het straatdeel tussen de huidige Brits Tweedelegerlaan en het station Vorst-Zuid mondt uit aan het Stationplein, dat zelf toegang geeft tot het station Vorst-Zuid (zie Stationplein 91). De terreinen rond dit straatdeel werden in de jaren 1880 en begin 20e eeuw met enkele woningen bebouwd maar worden hoofdzakelijk door akkers ingenomen. Samen met het laatste deel van de Waterstraat werd dit straatdeel uiteindelijk geïntegreerd (en zijn bebouwing gesloopt) in de uitbreidingen van de fabriek van de firma D’Ieteren, die zich in 1948 op de site vestigde en toen instond voor de vertegenwoordiging (zie Maliestraat 50 in Elsene) en de productie (in Vorst) van het automerk Volkswagen.
Bronnen
Archieven
GAV/OW
Niet-geklasseerd fonds.
GAV/OW Quartier du “Dries”.
GAV/DS 1-1A, 3, 5, 7: 3632 (1905); 1-1A: 3800, 4700 (1908), 11342 (1931), 14527 (1945), 18580 (1694); 5: 11380 (1931), 12508 (1934); 7: 11554 (1932); 9-11: 16226 (1954), 24219 (2014), 25258 (2013); 24-26: 6242 (1913); 28: 3425 (1904).
GAV/OW Quartier du “Dries”.
GAV/DS 1-1A, 3, 5, 7: 3632 (1905); 1-1A: 3800, 4700 (1908), 11342 (1931), 14527 (1945), 18580 (1694); 5: 11380 (1931), 12508 (1934); 7: 11554 (1932); 9-11: 16226 (1954), 24219 (2014), 25258 (2013); 24-26: 6242 (1913); 28: 3425 (1904).
Publicaties en studies
DE PANGE, I., In het hart van Vorst, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2008 (coll. Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 47).
DE PANGE, I., In het hart van Vorst, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2008 (coll. Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 47).
FRANCIS, J., La chanson des rues de
Forest, Louis Musin, Brussel, 1976, pp. 99, 101.
HUSTACHE, A., Forest, CFC-Editions, Brussel, 2001 (coll. Guide des communes de la Région bruxelloise).
JAUMAIN, S. (red.), “Forest”, La Région de Bruxelles Capitale, Racine, Brussel, 2008.
VERNIERS, L., Histoire de Forest-lez-Bruxelles, A. De Boeck, Brussel, 1949, pp. 28, 35.
HUSTACHE, A., Forest, CFC-Editions, Brussel, 2001 (coll. Guide des communes de la Région bruxelloise).
JAUMAIN, S. (red.), “Forest”, La Région de Bruxelles Capitale, Racine, Brussel, 2008.
VERNIERS, L., Histoire de Forest-lez-Bruxelles, A. De Boeck, Brussel, 1949, pp. 28, 35.