Onderzoek en redactie
2008, 2013
Lange straat van het kruispunt gevormd door de Bosstraat en de Kellestraat, waarvan ze het tracé vervolgt, om vervolgens dood te lopen in de Jan Olieslagerslaan. Ze vormt de grens tussen de gemeenten Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Lambrechts-Woluwe. Ze bestaat uit drie straatgedeelten. Het eerste stuk loopt van de Bosstraat tot de Montgolfierlaan, het tweede van de Montgolfierlaan tot de Louis Jasminlaan en het laatste, bijzonder lange stuk, van de Louis Jasminlaan tot de Jan Olieslagerslaan. Aan pare zijde liggen alleen de nr. 2 tot 88 op het grondgebied van Sint-Pieters-Woluwe.
Het eerste straatgedeelte dateert van tussen 1808 en 1829. Het korte verbindingsstuk gaande van de huidige Bosstraat – en in het verlengde van de huidige Kellestraat – tot iets voorbij het straatgedeelte waar de Mongolfierlaan aanvangt staat al in de buurtwegenatlas van 1847 vermeldt als Sentier n°36 [pad nr. 36] en werd te midden de velden aangelegd. Haar tracé werd vandaar verder gezet door de al oude en bestaande Chemin n°16 [weg nr. 16] of ook de ‘weg van St-Peeters-Woluwe naar Stockel' zoals aangegeven op de verzamelingkaart van de kadastrale kaart van de gemeente Sint-Pieters-Woluwe ‘geëindigd te velde' in 1829 door landmeter L. Detry. Opeenvolgende kaarten duiden de weg aan in stippellijn wat duidelijk refereert naar een secundaire weg (Huvenne, 1858; Popp, 1866).
Het eerste deel van de straat – tot aan het kruispunt gevormd met de Louis Jasmainlaan en gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe – werd verbreed tot 6 meter bij K.B. van 11.01.1913. De werken werden echter pas tussen 1927 en 1933 uitgevoerd. Een aannemer uit Oudergem werd door de beide aangrenzende gemeenten met de werken belast. De rooilijn aan onpare zijde werd pas vastgelegd volgens een gemeentebesluit van 14.11.1935 en voorziet in een voorbouwstrook van 4,50 meter.
De Konkelstraat heeft een contrastrijke fysionomie, die naarmate men verder de straat doorloopt zichtbaar wordt. De heterogene en oude bebouwing van het eerste straatgedeelte, wordt gevolgd door recentere en homogene bebouwing tussen de Montgolfierlaan en de Jan Olieslagerslaan.
De twee kanten van het eerste straatgedeelte zijn verschillend van uitzicht. De pare kant is dicht bebouwd en wordt gekenmerkt door bescheiden (arbeiders)woningen, individueel of als geheel, en in verschillende stijlen gebouwd. Het geheel gevormd door de arbeiderswoningen voor rekening van de architect of aannemer F. Nagels van nr. 60 tot 66 (1896) behoort tot de vroegste voorbeelden van de straat. Op nr 28 bouwt Ph. Struelens in 1911 een woning in navolging van het eerder gebouwde geheel van arbeiderswoningen gevormd door de nr. 30 tot 36 (1910) in een uitgesproken eclectische stijl met polychroom parement.
De art deco is bescheiden vertegenwoordigd met de nr. 8 (arch. R. Vokar, 1936) en het geheel van twee verschillende woningen nr. 14, 16 beiden gebouwd in 1936 n.o.v. H. Nagels en H. Taelman voor dezelfde opdrachtgeverfamilie. Dit gedeelte wordt aangevuld met enkele gebruikelijke bel-etagewoning van de jaren 1950 en 1960. Sommige gevels zijn bepleisterd, maar de bakstenen gevels domineren het straatbeeld.
De bebouwing aan onpare kant is onregelmatiger, veel meer open en achter een inspringende zone gebouwd. Hier staan alleenstaande huizen of per twee gekoppelde huizen van drie bouwlagen. Ze werden in de loop van de 20e eeuw gebouwd: de eerste dateren van het eerste kwart van de eeuw, terwijl de recentere van na 1945 dateren. De meeste huizen werden verbouwd – vaak werd het schrijnwerk vervangen – waardoor ze hun oorspronkelijk karakter deels hebben verloren. Niettemin is de dubbelvilla in eclectische stijl met polychroom parement vermeldenswaard: het betreft de nr. 17, 19 met asymmetrische compositie en volgens spiegelbeeldverband, ontworpen door François Van Vlasselaer (1905). Laatstgenoemde architect zal eveneens de in 1902 gebouwde villa op nr. 37 in 1912 aanzienlijk vergroten.
Het tweede straatgedeelte werd bebouwd op basis van de voorschriften van de verkavelingvergunningen toegekend in de jaren 1960. Tussen 1963 en 1965 schoten rijhuizen van het bel-etagetype hier als paddenstoelen uit de grond. Daaronder is het nr. 75 (1964) opvallend door het gebruik van hout en beton in de gevel. In dit straatgedeelte staan ook enkele appartementsgebouwen.
Het laatste straatgedeelte werd verkaveld in de jaren 1990. Het is bebouwd met eengezinswoningen en appartementsgebouwen.
Het eerste straatgedeelte dateert van tussen 1808 en 1829. Het korte verbindingsstuk gaande van de huidige Bosstraat – en in het verlengde van de huidige Kellestraat – tot iets voorbij het straatgedeelte waar de Mongolfierlaan aanvangt staat al in de buurtwegenatlas van 1847 vermeldt als Sentier n°36 [pad nr. 36] en werd te midden de velden aangelegd. Haar tracé werd vandaar verder gezet door de al oude en bestaande Chemin n°16 [weg nr. 16] of ook de ‘weg van St-Peeters-Woluwe naar Stockel' zoals aangegeven op de verzamelingkaart van de kadastrale kaart van de gemeente Sint-Pieters-Woluwe ‘geëindigd te velde' in 1829 door landmeter L. Detry. Opeenvolgende kaarten duiden de weg aan in stippellijn wat duidelijk refereert naar een secundaire weg (Huvenne, 1858; Popp, 1866).
Het eerste deel van de straat – tot aan het kruispunt gevormd met de Louis Jasmainlaan en gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe – werd verbreed tot 6 meter bij K.B. van 11.01.1913. De werken werden echter pas tussen 1927 en 1933 uitgevoerd. Een aannemer uit Oudergem werd door de beide aangrenzende gemeenten met de werken belast. De rooilijn aan onpare zijde werd pas vastgelegd volgens een gemeentebesluit van 14.11.1935 en voorziet in een voorbouwstrook van 4,50 meter.
De Konkelstraat heeft een contrastrijke fysionomie, die naarmate men verder de straat doorloopt zichtbaar wordt. De heterogene en oude bebouwing van het eerste straatgedeelte, wordt gevolgd door recentere en homogene bebouwing tussen de Montgolfierlaan en de Jan Olieslagerslaan.
De twee kanten van het eerste straatgedeelte zijn verschillend van uitzicht. De pare kant is dicht bebouwd en wordt gekenmerkt door bescheiden (arbeiders)woningen, individueel of als geheel, en in verschillende stijlen gebouwd. Het geheel gevormd door de arbeiderswoningen voor rekening van de architect of aannemer F. Nagels van nr. 60 tot 66 (1896) behoort tot de vroegste voorbeelden van de straat. Op nr 28 bouwt Ph. Struelens in 1911 een woning in navolging van het eerder gebouwde geheel van arbeiderswoningen gevormd door de nr. 30 tot 36 (1910) in een uitgesproken eclectische stijl met polychroom parement.
De art deco is bescheiden vertegenwoordigd met de nr. 8 (arch. R. Vokar, 1936) en het geheel van twee verschillende woningen nr. 14, 16 beiden gebouwd in 1936 n.o.v. H. Nagels en H. Taelman voor dezelfde opdrachtgeverfamilie. Dit gedeelte wordt aangevuld met enkele gebruikelijke bel-etagewoning van de jaren 1950 en 1960. Sommige gevels zijn bepleisterd, maar de bakstenen gevels domineren het straatbeeld.
De bebouwing aan onpare kant is onregelmatiger, veel meer open en achter een inspringende zone gebouwd. Hier staan alleenstaande huizen of per twee gekoppelde huizen van drie bouwlagen. Ze werden in de loop van de 20e eeuw gebouwd: de eerste dateren van het eerste kwart van de eeuw, terwijl de recentere van na 1945 dateren. De meeste huizen werden verbouwd – vaak werd het schrijnwerk vervangen – waardoor ze hun oorspronkelijk karakter deels hebben verloren. Niettemin is de dubbelvilla in eclectische stijl met polychroom parement vermeldenswaard: het betreft de nr. 17, 19 met asymmetrische compositie en volgens spiegelbeeldverband, ontworpen door François Van Vlasselaer (1905). Laatstgenoemde architect zal eveneens de in 1902 gebouwde villa op nr. 37 in 1912 aanzienlijk vergroten.
Het tweede straatgedeelte werd bebouwd op basis van de voorschriften van de verkavelingvergunningen toegekend in de jaren 1960. Tussen 1963 en 1965 schoten rijhuizen van het bel-etagetype hier als paddenstoelen uit de grond. Daaronder is het nr. 75 (1964) opvallend door het gebruik van hout en beton in de gevel. In dit straatgedeelte staan ook enkele appartementsgebouwen.
Het laatste straatgedeelte werd verkaveld in de jaren 1990. Het is bebouwd met eengezinswoningen en appartementsgebouwen.
Bronnen
Archieven
GASPW/DS rooilijnen 7 Konkel.
GASPW/DS 8: 3 (1936); 14: 70 (1936); 16: 158 (1936); 17, 19: 237 (1905); 28: 35 (1911); 37: 35 (1912); 60, 62, 64, 66: 6 (1896); 75: 901 (1964).
KAB/SPW divisie 3, sectie D, blad 8 (1890).
Wegenwerken, dossier 52 (1927-1933).
GASPW/DS rooilijnen 7 Konkel.
GASPW/DS 8: 3 (1936); 14: 70 (1936); 16: 158 (1936); 17, 19: 237 (1905); 28: 35 (1911); 37: 35 (1912); 60, 62, 64, 66: 6 (1896); 75: 901 (1964).
KAB/SPW divisie 3, sectie D, blad 8 (1890).
Wegenwerken, dossier 52 (1927-1933).