Onderzoek en redactie

2011-2013

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDeze rechte weg is een van de zeven lanen die in waaiervorm op het Sterreplein uitmonden. Ze eindigt in de Jeannelaan.

Met de Ernestinelaan, de Jeannelaan en de Wedrenlaan behoort de Mauricelaan tot de privéwegen die werden geopend op initiatief van weduwe Chantal Vermeren-Coché –die toen aan het hoofd stond van de bekende porseleinfabriek aan de Waverse Steenweg– op terreinen die in 1832 van de Société Générale werden gekocht door haar vader, drukker-uitgever Jean-Jacques Coché, om ze te laten renderen. De straat draagt trouwens nog altijd de voornaam van een lid van de familie Coché.
Om de weg aan te leggen, sloot mevrouw Coché op 30.07.1891 met het gemeentebestuur een overeenkomst die onder meer voorzag in een achteruitbouwstrook, afgesloten door ijzeren traliewerk op hardstenen sokkels, die tot de charme en de eenheid van de wijk moest bijdragen. De laan werd openbaar bij K.B. van 14.09.1892 en kreeg een nieuwe rooilijn in het kader van het Plan des avenues du quartier dit “La Petite Suisse” à incorporer dans la voirie urbaine (1891).

[i]Plan des avenues du quartier dit « La Petite Suisse » à incorporer dans la voirie urbaine[/i], 1891, GAE/OW 117.

Overwegend bewaarde bebouwing met burgerhuizen uit het begin van de 20e eeuw, de meeste in eclectische stijl (zie de huizenrij van nr. 6 tot nr. 12). Daaronder een huis met invloed van art nouveau n.o.v. architect Émile Hellemans (zie nr. 32), die zich bijna uitsluitend op de bescheiden kwaliteitswoning toespitste zoals geïllustreerd in de zogenaamde Cité Hellemans in de Marollen te Brussel. Eveneens opmerkelijk is het voormalige atelier van de idealistische en symbolistische schilder Paul Artôt (1875-1958), waarvan het ontwerp aan de architect Paul Hamesse werd toevertrouwd (zie nr. 19).

De bebouwing verandert naar het Sterreplein met appartementsgebouwen die hoofdzakelijk in de jaren 1950 werden opgetrokken door architecten die al een zeker bekendheid genoten, zoals Jean Delhaye (Résidence Argentina, 1955, nr. 1), Yvan Blomme (1955, nr. 20) of Jean-Florian Collin (1952, nr. 3). De Résidence Packard, dat furore maakte in de bouwsector in die tijd, verzoent luxeappartementen met kantoren voor vrije beroepen en was een van de eerste projecten van bureau SRZ, dat in 1969 werd opgericht (zie nr. 11-15). Hoewel het gebouw door zowel zijn breedte als zijn esthetiek bij de bestaande bebouwing aansluit, spreekt er een grote originaliteit uit. Het werd opgericht ter vervanging van o.a. een huis ontworpen door architect Georges Hobé in 1927.

Bronnen

Archieven
GAE/OW 227.
GAE/OW Historique des rues (1925).
GAE/DS 1: 227-1; 3: 227-3; 20: 227-20.

Publicaties en studies
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, pp.117-119.

Tijdschriften
HAINAUT, M., «Le quartier», Mémoire d'Ixelles, 4, 1981, s.p.