Onderzoek en redactie

2007-2009

 

Bekijk de weerhouden gebouwenSterk hellende straat van kruispunt met Guldenvlieslaan en Kapitein Crespelstraat naar Koninklijke Prinsstraat. Kruist ongeveer in het midden de Stassartstraat.

Begin van de straat aangelegd door Dethier, grondbezitter, goedgekeurd en doorgetrokken tot Koninklijke Prinsstraat volgens K.B. van 28.05.1846. Naam mogelijk in verband te brengen met de naburige Wolstraat (zie Inventaris vijfhoek).

Lakenweversstraat 8 en 10, opstanden n.o.v. arch. Henri Beyaert, GAE/DS 102-8-10 (1868).

Straatbeeld grotendeels bepaald door neoclassicistische gevels uit de jaren 1860-1870. Begin van de straat wordt ontsierd door de braakliggende vlakte tussen Ridderstraat (nr. 1 tot 19), Guldenvlieslaan (nr. 24A tot 29) en Lakenweversstraat (nr. 2 tot 10). In 2002 werd immers de helft van het bouwblok gesloopt voor de bouw van zogenaamde ‘Heron Plaza'. Bij de sloopwerken verdwenen aantal interessante huizen, zoals het hoekhuis Guldenvlieslaan nr. 29 – Lakenweversstraat nr. 2, neoclassicistisch herenhuis van Victor Van Hoegaerden, gouverneur van de Nationale Bank van België, merkwaardigerwijs door landschapsarchitect Edouard Keilig licht aangepast en uitgebreid in 1885. Verder op nr. 4-6, de woning annex praktijk van paardenarts Douterluigne, later carrosserie VandenPlas (vanaf 1897), en aansluitend twee identieke neoclassicistische huizen (nr. 8 en 10) i.o.v. Douterluigne en n.o.v. arch. Henri Beyaert, 1868.

Lakenweversstraat 6, grondplan paardenartspraktijk, GAE/DS 102-4-6 (1897).

Onpare zijde heeft ondanks tal van verbouwingen neoclassicistisch uitzicht weten te bewaren zo ook voormalige kantoren van S.C. La Construction Métallique, later Fabrimetal (nr. 17-19-21-21C) met bewaarde, zij het vereenvoudigde gevel (entablementen van eerste verdieping verwijderd) en achterliggend kantoorvleugel (arch. Y. Blomme & G. Ricquez, 1948).
Pare zijde kent verder in dit eerste straatdeel aaneenschakeling van neoclassicistische woningen, waaronder het licht gewijzigde nr. 28 gebouwd (1862) en bewoond door Oostenrijkse schilder Otto von Thoren. Andere verbouwde huizen vinden we op nr. 41, herenhuis van 1874, met sterk verbouwde benedenverdieping, nr. 43; in oorsprong neoclassicistische burgerwoning, maar gemoderniseerd door Eugène Flagey in sobere art decostijl n.o.v. arch. De Grauwe (Antwerpen), 1928; of de aaneenschakeling van neoclassicistische huizen van nr. 44 tot 62 die allen deels of volledig hun oorspronkelijk karakter hebben verloren. Onpare zijde wordt op hoek met Opperstraat afgesloten door neoclassicistisch opbrengsthuis van 1865, dat geheel vormde met thans sterk verbouwde huizen in Koninklijke Prinsstraat (nr. 73 en 75).

Bronnen

Archieven
GAE/OW 102.
GAE/DS 2: 102-2, 286-29; 4-6: 102-4-6; 8, 10: 102-8-10; 17-19-21-21C: 102-17-23, 102-19a-23; 28: 102-28; 41: 102-41; 43: 102-43; 44: 102-44; 46: 102-46; 48: 102-48; 50: 102-50; 52: 102-52; 54: 102-54; 56: 102-56; 59: 102-59-61; 60: 102-60; 62: 102-62.
 
Publicaties en studies
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles. Ixelles, AAM, Brussel, 1980-82, fiche 128.