Onderzoek en redactie

2011-2013

 

Bekijk de weerhouden gebouwenVan Eugène Flageyplein tot Boondaalsquare. Lange kronkelende baan. Kruist meerdere wegen.

De weg die teruggaat tot de 13e eeuw, verbond Elsene-dorp met het gehucht Boondaal en maakte deel uit van het oude wegenstelsel richting Namen, Luxemburg en Nancy.
De steenweg vormde het verlengde van de Elsensesteenweg. Vanaf de huidige de Vergniesstraat liep de weg ten oosten van de Grote Vijver (huidige E. Flageyplein) en verder langs haar huidige traçé tot aan de begraafplaats van Elsene. Een deel van de weg liep via de huidige Pleisterstraat naar Watermaal.
Het eerste straatgedeelte tot aan de gemeentelijke begraafplaats heette vroeger Karrestraet, terwijl het verlengde richting Boondaal de ‘Brusselweg' werd genoemd. Het gedeelte langs het latere kerkhof droeg het toponiem ‘Galgenberg'.

De steenweg werd geplaveid in 1848 en nadien herhaaldelijk verbreed en rechtgetrokken (o.a. volgens K.B. van 29.01.1883, 10.12.1874, 16.03.1885 en 18.06.1890). Het gedeelte tussen de Jaargetijdenlaan en de begraafplaats werd bij K.B. van 29.08.1892 zelfs verbreed tot 16 meter.

Eeuwenlang beperkte bebouwing zicht tot de dichte omgeving van de Vijvers van Elsene (ongeveer tot aan kruispunt met Borrens- en Antoine Labarrestraat). Naast woningen, lagen aan het begin van de steenweg meerdere herbergen en brouwerijen (zie E. Flageyplein). Ter hoogte van de Leon Cuissezstraat en de Burgemeesterstraat liep de weg langs ijzerzandsteenbanken die kleinschalig werden ontgonnen en nog zichtbaar zijn achter de Residentie Van Aa. Ook de 15e eeuwse kapel bij den Roden Steen (gesloopt in 1900), aan het kruispunt met de Burgemeesterstraat, verwees naar de aanwezigheid van deze steensoort. De oudste bewaarde bouwaanvragen verschijnen vanaf 1822 en hebben betrekking op deze beperkte perimeter. Hier voorbij liep de steenweg door landbouwgebied met hier en daar bescheiden, vaak langgestrekte, hoeven. Door een zware cholera-epidemie verplaatste men in 1832 het oude kerkhof rond de Heilig-Kruiskerk naar een nieuw terrein op de kruising met de Burgemeesterstraat. Een dertigtal jaar later verrees het nieuwe Gasthuis Van Aa (zie nr. 92, 94, 96) langs de steenweg. Sindsdien nam de bouwactiviteit een hoge vlucht. Aanvankelijk bouwde men bescheiden neoclassicistische huizen met een tot twee bouwlagen, maar vanaf de jaren 1870 kwamen er meer aanvragen voor de bouw van opbrengsthuizen en huizen met een winkel op benedenverdieping. In 1877 verhuisde de gemeente haar begraafplaats een laatste maal naar haar tegenwoordige ligging (zie nr. 478).

Boondaalsesteenweg 325a-325 tot 321 (foto 2012).

Huidig straatbeeld is heel heterogeen, zowel in stijl, typologie als in bewaringstoestand. Aan kruispunt met Eugène Flageyplein, modernistische eenheidsbebouwing met onder meer toonaangevend voormalige NIR gebouw. Ook aan onpare zijde verder gezet door plomp administratief gebouw van voormalige post (architect N. Nemegeer, 1961). Enkel kruispunt met Spiraalbuisstraat en Kuipstraat heeft laat negentiende-eeuwse uitzicht met neoclassicistische opbrengsthuizen weten te bewaren. Achter modernistische gevel van nr. 32 lag voormalige zetel van Foyer feminin d'Ixelles n.o.v. architect Paul Rome, 1960, met o.a. feestzaal, thans Théatre Lumen. Verder eerder bescheiden neoclassicistische woningen met twee traveeën en twee tot drie bouwlagen en veel opbrengsthuizen vaak met achterliggende werkplaatsen, zoals nr. 191 n.o.v. architect P. Ernotte. Dezelfde architect ontwierp ook nr. 193 met onder meer haar gedateerde sgraffitopanelen (“anno” en “1907”). Andere vinden we op hoek met Emile Banningstraat (nr. 321, 323, 325-325a) n.o.v. architect Albert De Rudder, 1911, of het eerder bescheiden geheel op nr. 341 tot 351 uit 1908. Het voormalige commercieel belang van de steenweg blijkt verder uit de talrijke winkelpuien. Iets voor het kruispunt met de Generaal Jacqueslaan wordt de bebouwing aan de oneven zijde doorbroken door de lange blinde muur van het tramdepot (zie Renbaanlaan nr. 158-178) uit 1913. Aan de overzijde bevindt zich het schoolcomplex van Saint Philippe Néri (zie nr. 216, 218-220). Voorbij het Klein Zwitserlandplein tot aan de huidige begraafplaats van Elsene dateren de meeste gebouwen uit het interbellum. Zo heeft nr. 455 haar modernistische cafépui (J. Verken en H.J. Leloup, 1938) bewaard. Langs het kerkhof wordt de pare zijde door een beboomd park afgezoomd. De onpare zijde telt naast bescheiden interbellumgebouwen, hoofdzakelijk appartementsgebouwen, zoals het ingetogen nr. 551, een modernistisch appartementgebouw n.o.v. architect Jean Mayné, 1956, palend aan de parkeertoren Le Coliseum (zie nr. 545-547-549). De splitsing met de Pleisterstraat wordt ingenomen door een fraai sociaal huisvestingscomplex n.o.v. architecten Libotte en Fontaine uit 1960 (zie nr. 510-516). Oudere voorbeelden hiervan zijn terug te vinden in de bouwblokken tussen de Boondaalsesteenweg en de Generaal Geneesheer Derachelaan (zie deze laan). Vermeldenswaardig in het laatste gedeelte van de steenweg is tot slot de School Saint-Joseph Boondael (nr. 621), bestaande uit een lange bakstenen art-deco-vleugel geritmeerd door monumentale pilasters, gebouwd in 1934 n.o.v. architect Emile De Ligne.

Boondaalsesteenweg 551 (foto 2012).


Bronnen

Archieven
GAE/OW Historique des rues (1925).
GAE/DS 32: 41-32; 191: 41-191; 195: 41-195; 321 tot 325-325a: 41-321; 341 tot 351: 41-341, 41-343, 41-345-349, 41-347, 41-351; 455: 41-455; 551: 41-551; 621: 41-621.
GAE/OW 41.

Publicaties en studies
GONTHIER, A., Histoire d'Ixelles, Le Folklore Brabançon, Impr. De Smedt, Brussel, 1960.
GUILLAUME, A., MEGANCK, M., et al., Atlas van de archeologische ondergrond van het Gewest Brussel: 15 Elsene, Brussel, 2005.
Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles. Ixelles, AAM, Brussel, 1980-82, fiche 89.