Onderzoek en redactie
1993-1995
Bekijk de weerhouden gebouwen
Van Graystraat naar Jules Maloulaan. Aangelegd op het domein van baron Vandersmissen, die de aanleg van de straat financierde. Dwarsstraat van de Graystraat (voormalige steenweg naar Elsene), doorkruist door de de Theuxstraat en de Groothertogstraat. Werd rond 1901 voortgezet door de Vertrouwenstraat en volledig voor het verkeer opengesteld in 1911. De Vertrouwenstraat, Ernest Havauxstraat en Peter Benoitstraat lopen op de straat uit. Tegenwoordig wordt ze verlengd door de J. Maloulaan, tot aan het Sint-Antoonplein. Woningen, ateliers en kleine ondernemingen vormen het hoofdbestanddeel van de bebouwing.
Het tracé van het eerste deel, van de Graystraat naar de de Theuxstraat, dat parallel loopt met de Vijverstraat, is het oudste stuk van de straat (tussen 1850 en 1880). Haar architectuur baseert zich op het neoclassicisme maar is heden weinig homogeen wegens later toegevoegde constructies en recente verbouwingen.
Nr. 1 tot 11 : ensemble uit 1874 met telkens drie bouwlagen en drie traveeën, rechthoekige muuropeningen op begane grond, steekboogvensters op verdiepingen; kroonlijst met modillons en tandlijst. Nr. 1, 3, 5 zijn grotendeels verbouwd en wachten op afbraak; Nr. 7 en 9 zijn gerestaureerd door het Grondbeleid in 1974; Nr. 7 en 11 bleven het best bewaard volgens hun origineel plan. Nr. 65 tot 69 werden opgetrokken in 1895 en zijn van het neoclassicistische type.
Verder talrijke constructies volgens hetzelfde type zoals Nr. 29 tot 33 (1915, n.o.v. arch. Victor DEGAND), Nr. 45 en 47, Nr. 60 en 62 evenals Nr. 16 tot 26, ensemble dat vele wijzingen heeft ondergaan. Nr. 34 uit 1911 n.o.v. arch. A. WELLENS in een karakteristieke, imposantere stijl van rond de eeuwwisseling met polychrome gevel door het gebruik van lichte baksteen en de accentuering van de ontlastingsboog boven de I-balk.
Nr. 36 uit 1931 n.o.v. arch. H. JACOBS in modernistische stijl. De Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlektkapel, verbonden aan de Sint-Antoniuskerk, werd in 1937 eveneens in modernistische stijl opgetrokken n.o.v. arch. Frans VANDENBROUCKE, ter hoogte van Nr. 41. Plint in Maaslandse zandsteen, gevel met portiek links in rode baksteen waarin drie gekoppelde rondbooglichten aan weerszijden van groot kunststenen kruis.
Het tracé van het tweede straatgedeelte (van de de Theuxstraat tot de Groothertogstraat) dateert van omstreeks 1890. Constructies van neoclassicistische en eclectische inspiratie uit XX a zoals Nr. 92-94 uit 1904 n.o.v. arch. H. GODSDEEL.
Het tracé van het laatste stuk (van Groothertogstraat tot Peter Benoitstraat), het meest recente, is van de periode 1900-1920. Hier meer representatieve architectuur van deze periode: modernisme, zie Nr. 114 (1930, n.o.v. arch. Louis Charles PATRIS) en 118 (1934, volgens plannen van arch. L.D. MEUNIER) en functionalistische tendens zoals Nr. 105 (1936) en 112 (1963, n.o.v. arch. E. BRIEON). Daarnaast evenwel ook nog voorbeelden van typische constructies uit XX a zoals Nr. 112 tot 128, opgetrokken tussen 1910 en 1912, Nr. 139-141 (1911), en 140 tot 144: gebouwd in de jaren 1910 in rode baksteen met gebruik van witte baksteen of keramiek voor ontlastingsbogen en horizontale banden ter hoogte van muuropeningen waardoor polychroom effect ontstaat. Nr. 107 tot 113 volgens neoclassicistisch schema.
Het tracé van het eerste deel, van de Graystraat naar de de Theuxstraat, dat parallel loopt met de Vijverstraat, is het oudste stuk van de straat (tussen 1850 en 1880). Haar architectuur baseert zich op het neoclassicisme maar is heden weinig homogeen wegens later toegevoegde constructies en recente verbouwingen.
Nr. 1 tot 11 : ensemble uit 1874 met telkens drie bouwlagen en drie traveeën, rechthoekige muuropeningen op begane grond, steekboogvensters op verdiepingen; kroonlijst met modillons en tandlijst. Nr. 1, 3, 5 zijn grotendeels verbouwd en wachten op afbraak; Nr. 7 en 9 zijn gerestaureerd door het Grondbeleid in 1974; Nr. 7 en 11 bleven het best bewaard volgens hun origineel plan. Nr. 65 tot 69 werden opgetrokken in 1895 en zijn van het neoclassicistische type.
Verder talrijke constructies volgens hetzelfde type zoals Nr. 29 tot 33 (1915, n.o.v. arch. Victor DEGAND), Nr. 45 en 47, Nr. 60 en 62 evenals Nr. 16 tot 26, ensemble dat vele wijzingen heeft ondergaan. Nr. 34 uit 1911 n.o.v. arch. A. WELLENS in een karakteristieke, imposantere stijl van rond de eeuwwisseling met polychrome gevel door het gebruik van lichte baksteen en de accentuering van de ontlastingsboog boven de I-balk.
Nr. 36 uit 1931 n.o.v. arch. H. JACOBS in modernistische stijl. De Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlektkapel, verbonden aan de Sint-Antoniuskerk, werd in 1937 eveneens in modernistische stijl opgetrokken n.o.v. arch. Frans VANDENBROUCKE, ter hoogte van Nr. 41. Plint in Maaslandse zandsteen, gevel met portiek links in rode baksteen waarin drie gekoppelde rondbooglichten aan weerszijden van groot kunststenen kruis.
Het tracé van het tweede straatgedeelte (van de de Theuxstraat tot de Groothertogstraat) dateert van omstreeks 1890. Constructies van neoclassicistische en eclectische inspiratie uit XX a zoals Nr. 92-94 uit 1904 n.o.v. arch. H. GODSDEEL.
Het tracé van het laatste stuk (van Groothertogstraat tot Peter Benoitstraat), het meest recente, is van de periode 1900-1920. Hier meer representatieve architectuur van deze periode: modernisme, zie Nr. 114 (1930, n.o.v. arch. Louis Charles PATRIS) en 118 (1934, volgens plannen van arch. L.D. MEUNIER) en functionalistische tendens zoals Nr. 105 (1936) en 112 (1963, n.o.v. arch. E. BRIEON). Daarnaast evenwel ook nog voorbeelden van typische constructies uit XX a zoals Nr. 112 tot 128, opgetrokken tussen 1910 en 1912, Nr. 139-141 (1911), en 140 tot 144: gebouwd in de jaren 1910 in rode baksteen met gebruik van witte baksteen of keramiek voor ontlastingsbogen en horizontale banden ter hoogte van muuropeningen waardoor polychroom effect ontstaat. Nr. 107 tot 113 volgens neoclassicistisch schema.
Bronnen
Archieven
KB 25.01.1864, 31.07.1877, 29.10.1894, 05.10.1900.
BPA Maalbeekvallei 1977.
GAEtt./OW - (1874), 4983 (1895), 16469 (1904), 1329, 1637, 1836 (1910), 35, 613, 3173, 3306 (1911), 1469, 2555 (1912), 1590 (1915), 1341 (1927), 5956, 6879 (1930), 8150, 9114 (1931), 1671, 1690 (1932), 6207, 6499 (1934), 4537 (1936), 1234 (1937), Inschr. Reg. 1532 (1963).
GR 25.08.1899.
RC 1911, p. 6.
AR 483.
Tijdschriften
41: Une Chapelle à Bruxelles. Architecte Frans Vandebroucke in Perspectives, 4, 1938, p. 39.
KB 25.01.1864, 31.07.1877, 29.10.1894, 05.10.1900.
BPA Maalbeekvallei 1977.
GAEtt./OW - (1874), 4983 (1895), 16469 (1904), 1329, 1637, 1836 (1910), 35, 613, 3173, 3306 (1911), 1469, 2555 (1912), 1590 (1915), 1341 (1927), 5956, 6879 (1930), 8150, 9114 (1931), 1671, 1690 (1932), 6207, 6499 (1934), 4537 (1936), 1234 (1937), Inschr. Reg. 1532 (1963).
GR 25.08.1899.
RC 1911, p. 6.
AR 483.
Tijdschriften
41: Une Chapelle à Bruxelles. Architecte Frans Vandebroucke in Perspectives, 4, 1938, p. 39.