Onderzoek en redactie
1993-1995
Bekijk de weerhouden gebouwen
Van Oudergemlaan naar L. Titzstraat. Lange rechte straat aangelegd tussen 1908 en 1911.
Weinig homogeen straatbeeld, onder andere bepaald door panden uit het begin van XX, enerzijds met polychrome bakstenen lijstgevels met twee, drie of vier bouwlagen en meestal twee of drie traveeën zoals Nr. 7 (arch. Louis KUYPERS, 1911), 19 (arch. Henri CARON, 1916), 62 (hoekgebouw Kolonel Van Gelestraat, arch. L. LEGRAND, 1913), 70 (arch. Edmond ABS, 1913), 89 (arch. L. DE JONGHE, 1912), 100 (1909), 102 (1909), 112 (hoekgebouw Boerenstraat, arch STILLEMANS, 1909). Anderzijds panden met een meer uitgewerkt gevelfront (lisenen, boogfriesen, arduinen omlijstingen, hoofdtravee veelal oplopend tot decoratief uitgewerkt dakvenster), cfr Nr. 109 (1912), 111 (1910), 116 (arch. Edmond ABS, 1910 ?), 117 (arch. H. DENAYER, 1911), 119 (1908), 121 (1909).
Verder een reeks panden uit het interbellum, met twee of drie bouwlagen en twee of drie traveeën, gevels met veelvuldig gebruik van similisteen, meestal met trapezoïdale erkers op bel-etage, cfr Nr. 6 (arch. Arthur DOTHÉE, 1931), 8 (1928 ?), 15 (arch. Jean FINNÉ, 1928), 16 (arch. François LUCAS, 1923), 18 (arch. Arthur VANDAELE, 1922, met bepleisterde en beschilderde bovenbouw en fraai dakvenster), 36 (arch. Robert ALLARD, 1922), 39 (arch. C. DAMMAN, 1923), 44 (arch. A. EVERARTS, 1926), 46 (arch. E.A. LINSSEN, 1931), 54 (arch. L. LEGRAND, 1925), en 59 tot 63 (appartementsgebouw, arch. H. DE ROY, 1925). Ook een aantal panden met modernistische inslag, cfr Nr. 40 (appartementsgebouw op hoek met A. Gautierstraat, arch. VERLOOVE, 1933).
Weinig homogeen straatbeeld, onder andere bepaald door panden uit het begin van XX, enerzijds met polychrome bakstenen lijstgevels met twee, drie of vier bouwlagen en meestal twee of drie traveeën zoals Nr. 7 (arch. Louis KUYPERS, 1911), 19 (arch. Henri CARON, 1916), 62 (hoekgebouw Kolonel Van Gelestraat, arch. L. LEGRAND, 1913), 70 (arch. Edmond ABS, 1913), 89 (arch. L. DE JONGHE, 1912), 100 (1909), 102 (1909), 112 (hoekgebouw Boerenstraat, arch STILLEMANS, 1909). Anderzijds panden met een meer uitgewerkt gevelfront (lisenen, boogfriesen, arduinen omlijstingen, hoofdtravee veelal oplopend tot decoratief uitgewerkt dakvenster), cfr Nr. 109 (1912), 111 (1910), 116 (arch. Edmond ABS, 1910 ?), 117 (arch. H. DENAYER, 1911), 119 (1908), 121 (1909).
Verder een reeks panden uit het interbellum, met twee of drie bouwlagen en twee of drie traveeën, gevels met veelvuldig gebruik van similisteen, meestal met trapezoïdale erkers op bel-etage, cfr Nr. 6 (arch. Arthur DOTHÉE, 1931), 8 (1928 ?), 15 (arch. Jean FINNÉ, 1928), 16 (arch. François LUCAS, 1923), 18 (arch. Arthur VANDAELE, 1922, met bepleisterde en beschilderde bovenbouw en fraai dakvenster), 36 (arch. Robert ALLARD, 1922), 39 (arch. C. DAMMAN, 1923), 44 (arch. A. EVERARTS, 1926), 46 (arch. E.A. LINSSEN, 1931), 54 (arch. L. LEGRAND, 1925), en 59 tot 63 (appartementsgebouw, arch. H. DE ROY, 1925). Ook een aantal panden met modernistische inslag, cfr Nr. 40 (appartementsgebouw op hoek met A. Gautierstraat, arch. VERLOOVE, 1933).
Bronnen
Archieven
KB 18.6.1903,18.9.1904.
GAEtt./OW 867 (1908), 1407, 1759, 1927, 2757 (1909), 185, 1357 (1910), 1183, 3366 (1911), 2344, 3505 (1912), 4310, 5789 (1913), 2723 (1916), 1933, 2602 (1922), 3431, 3968 (1923), 6201, 6991 (1925), 7819 (1926), 2099, 3445 (1928), 7909, 9113 (1931), 3482/5375 (1933).
DOW f° 89.
RC 1908, p. 9, 1911, p. 6. 1914, p. 195.
AR 506.