Onderzoek en redactie
2016
Het deel van de Lambermontlaan dat op het grondgebied van de Stad Brussel ligt, vormt het noordelijke uiteinde van de laan. Die beschrijft een dubbele bocht tussen de Monplaisirlaan en de Van Praetbrug en overspant de sporen van de lijn Brussel-Mechelen via de Teichmannbrug. Ze vormt een ovale rotonde waarop in het oosten de Vilvoordselaan en in het westen het winkelcomplex Docks Bruxsel uitmonden. Vervolgens loopt ze langs de Rupelstraat, tot ze via opritten aansluit op de Werkhuizenkaai en de Leon Monnoyerkaai.
Samen met de Generaal Wahislaan en de Auguste Reyerslaan vormt de Lambermontlaan het Schaarbeekse deel van de grote ringlaan die wegeninspecteur Victor Besme in 1866 voorstelde in zijn Plan d’ensemble pour l’extension et l’embellissement de l’Agglomération bruxelloise. De Lambermontlaan werd echter pas uitgevoerd in het kader van de aanleg van de wijken Josaphatvallei en Monplaisir-Helmet, waarvan de stratenplannen definitief werden goedgekeurd bij K.B. van 21.04.1906.
Het noordelijke uiteinde van de laan werd echter vóór de rest ontworpen, bij K.B. van 10.07.1899. Ze begon toen aan het kruispunt gevormd door de Monplaisirlaan, de François-Joseph Navezstraat en de Portaelsstraat, en liep over de spoorlijnen ter vervanging van een korte en smalle straat, de Teichmannstraat. Verderop liep de nieuwe laan over de Zenne, die toen nog niet overwelfd was, via één oprit naar de lagergelegen Werkhuizenkaai, waarna ze op de Van Praetbrug aansloot. Die brug was in 1897 door ingenieur Jules Zone ontworpen en werd in 1904 gebouwd. Aanvankelijk ging het om een draaibrug met een metalen structuur op een burgpijler die de oostelijke kaai raakte, met uitkragende voetgangersdoorgangen. De aan het begin van de Tweede Wereldoorlog beschadigde brug werd vervangen door een voorlopige vaste brug, die op haar beurt werd vervangen door een nieuw kunstwerk in gewapend beton dat in 1954-1957 werd gebouwd.
Pas bij besluit van het College van de Stad Brussel van 23.11.1923 werd de naam Lambermontlaan uitgebreid tot het straatdeel gelegen tussen de Teichmannbrug en de Van Praetbrug, dat sinds de aanhechting van de rechteroever van het Kanaal van Willebroek in 1921 tot Brussel behoorde.
Omstreeks 1958 werd de gehele verkeersas aangepast aan de evolutie van het autoverkeer: verbreding van de wegbedding en van de bruggen, aanleg van een vak voorbehouden voor de tram, inrichting van een centrale verkeerstunnel en van een tweede oprit, naar de Monnoyerkaai. Na 1971 werd de Werkhuizenkaai verbreed en werd een nieuwe oprit, voor de tram, loodrecht op de brug aangelegd. De ovale rotonde uit 2016 leidt naar het winkelcomplex Docks Bruxsel (Art&Build Architect), dat daar in dat jaar werd gevestigd ter vervanging van de voormalige Godinfabrieken (zie Werkhuizenkaai nr.155-157, 158).
Meer zuidwaarts, aan dezelfde kant van de laan, had de Société Bruxelloise du Gaz in 1943 een gascompressorstation laten bouwen, dat in 1952 werd vervangen door een nieuwe installatie met een imposante cilindervormige gasmeter. Het geheel werd in de jaren 1970 of 1980 afgebroken en vervangen door het aan de Werkhuizenkaai gevestigde Europees Centrum voor Fruit en Groenten.
Bronnen
Archieven
SAB/AR straten, doos 64-71, cote 70, nr.44 (23.11.1923).
SAB/PP 3640 (ca. 1958).
SAB/OW 57958 (1943), 68203 (1952-1958), 81519 (1959).
Publicaties en studies
CULOT, M. [o.l.v.], Bruxelles Hors Pentagone. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiche 8.
VALCKE, S., “Ponts métalliques sur le canal au nord de Bruxelles”, Thema & Collecta, 5, ICOMOS Wallonie-Bruxelles, 2016, pp. 58-65.
Kaarten / plannen
JAUMOT, H., Plan de la Commune de Schaerbeek, 1899.