Onderzoek en redactie

2010-2012

 

Bekijk de weerhouden gebouwen

De Clayslaan kruist halverwege de Artanstraat en verbindt het kruispunt gevormd door de Gustave Fussstraat, de Trooststraat en de Alexandre Markelbachstraat met de Daillylaan. De François Bossaertsstraat en de Léon Mignonstraat vertakken in het tweede straatgedeelte.

De straat, gelegen in de Mont-Rosewijk, waarvan het stratenplan definitief werd goedgekeurd bij K.B. van 21.04.1906, was al uitgetekend krachtens een overeenkomst goedgekeurd door de gemeenteraad van 27.11.1899, waarbij de concessie werd verleend aan weduwe Sterckx en aan Georges Léonard de Saint Cyr, de eigenaars van de percelen waarop de laan loopt. Die laatste was kunstschilder en bezat er een tuinbouwbedrijf; een jaar later liet hij een art-nouveauhuis bouwen door architect Gustave Strauven op grondgebied Brussel (zie Ambiorixsquare nr. 11). Omstreeks 1901 voerden de concessionarissen op eigen kosten de werken uit voor het uitgraven van de nieuwe, twaalf meter brede laan. Voor de toekomstige gebouwen werd een voorbouwstrook van vijf meter voor siertuintjes voorgeschreven, naar het voorbeeld van de squares van de nabijgelegen Noordoostwijk.

De laan werd genoemd naar de Vlaamse marineschilder en aquarellist Paul-Jean Clays (Brugge, 1817 – Schaarbeek, 1900).


De residentiële laan werd bebouwd met burgerhuizen die bijzonder homogene huizenrijen vormen, zoals die van nr. 16 tot nr. 24 (zie deze nummers). Veel huizen hebben een voorbouw, zoals nr. 50 tot 54 (zie deze nummers). De meeste gebouwen zijn in eclectische stijl – zoals nr. 19 (1903), 86 (1905), alsook 61 en Artanstraat nr. 106-108a – of hebben een neoclassicistische inslag en werden ontworpen tussen 1900 en 1911. Vermelden we de homogenen huizenrijen gevormd door nr. 41 tot 57 (zie deze nummers) en nr. 23, 25 (1902), 27 (n.o.v. architect P. Meers, 1902) en 29 (n.o.v. architect Leclercq, 1903). Sommige huizen werden voor eenzelfde opdrachtgever ontworpen, zoals schrijnwerker Émile Slagmulder, die er maar liefst veertien liet bouwen: nr. 36 tot 40 (1904), 42 tot 46 (1903), 66 en 68 (1902) en 70 tot 80 (1901). Nr. 76 werd in 1934 in art-decostijl verbouwd. Verscheidene huizen zijn in art-nouveaustijl, zoals nr. 37, met loggia en bestemd voor een importeur van oosterse tapijten, nr. 43, versierd met elegante sgraffiti, of nr. 47 en 49, het werk van architect Gustave Strauven (zie deze nummers). Soms krijgt het eclecticisme een pittoresk tintje, zoals op nr. 30 (n.o.v. architect Adolphe Duvilers, 1904) en 67, elk met een houten dakstoel. Dit laatste gebouw dateert al van 1900, samen met nr. 65 en 69 (zie deze nummers) i.o.v. Georges Léonard de Saint Cyr. Dit smalle gebouw met inrijpoort diende als toegang tot de serres van die laatste, die – tot wanneer de Artanstraat werd aangelegd – zich uitstrekten tot aan de Trooststraat, nu de Thomas Vinçottestraat. Kunstschilder de Saint-Cyr had in deze straat zijn atelierwoning (zie nr. 42).

Clayslaan 30 (foto 2012).

Het begin van de laan aan pare zijde werd pas tijdens het interbellum bebouwd. De hoek wordt ingenomen door een appartementsgebouw in pakketbootstijl (zie nr. 2-8), gevolgd door huizen in eclectische stijl of met invloed van de Beaux-Artsstijl. Vermelden we ook, op nr. 10, een modernistische woning ontworpen in 1954 door architect Édouard F. Gräffe (zie dit nummer).

Bronnen

Archieven
GAS/DS 19: 49-19; 25: 49-25; 27: 49-27; 29: 49-35; 30: 49-30; 36 tot 40: 49-36-40; 42: 49-42; 44: 49-44; 46: 49-46; 66, 68: 49-66-68; 70 tot 76: 49-70-76; 78, 80: 49-90-94; 86: 49-86.
GAS/OW 271.
GAS/OW Infrastructuur 175.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1899, pp. 73-74, pp. 702-712; 1901, pp. 135; 1902, p. 638.

Websites
Clays, Paul Jean