Onderzoek en redactie
2012-2013
De rechte, met bomen afgeboorde Anatole Francestraat verbindt de Georges Rodenbachlaan met de Georges Eekhoudlaan en met een uiteinde van de François Rigasquare. De Auguste Sniedersstraat begint er en de Kolonel Picquartlaan mondt erop uit. Verderop wordt ze doorkruist door de Jean Jaurèslaan en de Maurice Maeterlincklaan.
De laan ligt in de wijk Monplaisir-Helmet, waarvan het stratenplan werd getekend door Octave Houssa, ingenieur der gemeentelijke Openbare Werken, en goedgekeurd tijdens de gemeenteraadszitting van 03.11.1904 en bij K.B. van 21.04.1906, samen met dat van drie andere nieuwe Schaarbeekse wijken – Mont-Rose, Linthout en Josaphatvallei. Hoewel de straat in de context van dit plan werd aangelegd, nam ze toch het tracé over van een oude buurtweg die al te zien was op de kaart getekend door Ferraris uit ca. 1777. Deze weg, die naar de Zenne afdaalde, werd Gemeynte weg genoemd, want hij leidde naar de Gemeente, de gemene weiden waarop het vee kon grazen. Ze werd ook de Peterstraat genoemd, wellicht omdat ze langs de bezittingen van het Hôpital Saint-Pierre liep, en de Leeuwstraat, misschien als verwijzing naar het beeld van een sfinx dat zich aan het begin van de huidige Auguste Sniedersstraat bevond. De voormalige Leeuwstraat liep door tot aan de spoorweg en overbrugde hem. Meer oostwaarts bestaat er overigens nog een Leeuwenoprit die over de spoorweg loopt en uitmondt in een korte verkeersweg die de Leeuwstraat heet. Deze twee verkeerswegen, die op het grondgebied van Brussel liggen, volgen echter niet het tracé van de oude weg.
De weg, die in een eerste fase de naam Leeuwstraat behield, werd net als andere straten in de wijk herdoopt als eerbetoon aan een van de hoofdrolspelers in de zaak-Dreyfus. De Franse schrijver Anatole France, schuilnaam voor Jacques François Anatole Thibault (Parijs, 1844 - La Bêchellerie-Saint-Cyr, 1924), kreeg in 1921 de Nobelprijs voor Literatuur. De straat werd kort na zijn dood naar hem vernoemd.
De straat werd in twee fasen bebouwd. Tijdens de eerste, van 1902 tot 1914, verrezen eengezinswoningen of opbrengsthuizen in neoclassicistische of eclectische stijl, zoals nr. 43 (1907) en het geheel gevormd door nr. 126 tot 138 (1913). De tweede fase omvatte huizen en opbrengsthuizen in eclectische stijl, art deco of modernistische stijl, ontworpen tussen 1922 en 1935. In de eerste stijl vermelden we nr. 103 tot 107 (n.o.v. architect Édouard Courtenay, 1922).
In deze residentiële straat bevinden zich ook gebouwen met een industriële bestemming en kantoorgebouwen. Het gaat enerzijds om werkplaatsen en bijgebouwen gelegen aan de achterkant van het perceel, en anderzijds om enkele recentere gebouwen aan de straatkant die zich binnen het bouwblok bevinden. Op de hoek met de Georges Rodenbachlaan werden verscheidene huizen gesloopt om plaats te maken voor gebouwen waarin zich nu de gemeentelokalen bevinden, zoals het huis met atelier van beeldhouwer en medailleur Jean Lecroart, dat zijn architect, Joseph Diongre, de gouden medaille opleverde in de gevelwedstrijd van Schaarbeek van 1910-1911.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 43: 13-43; 103: 13-103; 105: 13-105; 107: 13-107; 126 tot 130: 13-126-130; 132, 134: 13-132-134; 136, 138: 13-138.
GAS/OW Infrastructuur 94.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1911, p. 650.
Huis der Kunsten van Schaarbeek/lokaal fonds. “Helmet et Monplaisir”, Aide-mémoire à l'usage des élèves de l'École normale et du personnel enseignant communal de Schaerbeek, 1974, pp. 25, 34, 106, 121.
Publicaties en studies
DEKOSTER, J. A., Les rues de Schaerbeek, Brussel, 1981, pp. 49-50.
HEMMERYCKX, P., La ligne du temps au départ des cartes postales anciennes du quartier d'Helmet, niet-gepubliceerde syllabus, 1987.
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraatsscriptie, vakgroep Kunstgeschiedenis en Archeologie), VUB, Brussel, 1995-1996, 1911/4.
Kaarten / plannen
FERRARIS, J. J. F., Carte de Cabinet des Pays-Bas autrichiens et de la Principauté de Liège, 1777.
HOUSSA, O., Plan n°3. Aménagement des quartiers Mon Plaisir et Helmet, 11.04.1904 (GAS/OW).
Websites
Het verhaal achter de straatnamen van Schaarbeek
GAS/DS 43: 13-43; 103: 13-103; 105: 13-105; 107: 13-107; 126 tot 130: 13-126-130; 132, 134: 13-132-134; 136, 138: 13-138.
GAS/OW Infrastructuur 94.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1911, p. 650.
Huis der Kunsten van Schaarbeek/lokaal fonds. “Helmet et Monplaisir”, Aide-mémoire à l'usage des élèves de l'École normale et du personnel enseignant communal de Schaerbeek, 1974, pp. 25, 34, 106, 121.
Publicaties en studies
DEKOSTER, J. A., Les rues de Schaerbeek, Brussel, 1981, pp. 49-50.
HEMMERYCKX, P., La ligne du temps au départ des cartes postales anciennes du quartier d'Helmet, niet-gepubliceerde syllabus, 1987.
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraatsscriptie, vakgroep Kunstgeschiedenis en Archeologie), VUB, Brussel, 1995-1996, 1911/4.
Kaarten / plannen
FERRARIS, J. J. F., Carte de Cabinet des Pays-Bas autrichiens et de la Principauté de Liège, 1777.
HOUSSA, O., Plan n°3. Aménagement des quartiers Mon Plaisir et Helmet, 11.04.1904 (GAS/OW).
Websites
Het verhaal achter de straatnamen van Schaarbeek