Onderzoek en redactie
2012-2013
Bekijk de weerhouden gebouwenDe lichtjes gebogen, door bomen afgeboorde Albert Giraudlaan verbindt de Lambermontlaan met de elliptische rotonde van de Huart Hamoirlaan. Zo wordt doorkruist door de Emile Verhaerenlaan, en de Emile Zolalaan mondt erop uit.
De laan ligt in de wijk Monplaisir-Helmet, waarvan het stratenplan werd getekend door Octave Houssa, ingenieur der gemeentelijke Openbare Werken, en goedgekeurd tijdens de gemeenteraadszitting van 03.11.1904 en bij K.B. van 21.04.1906, samen met dat van drie andere nieuwe Schaarbeekse wijken – Mont-Rose, Linthout en Josaphatvallei. De laan werd aangelegd in 1907-1908.
Ze werd genoemd naar Albert Giraud (Leuven, 1860 – Schaarbeek, 1929) tijdens de gemeenteraadszitting van 13.02.1906 en werd een laan bij beslissing van het College van 19.11.1907. Albert Giraud, pseudoniem voor Marie Emile Albert Kayenbergh, was een Franstalig Belgisch schrijver. Deze dichter was een van de vertegenwoordigers van de Parnassiens en was medestichter van het tijdschrift La Jeune Belgique. Hij woonde in Schaarbeek, op nr. 4 van de Vanderlindenstraat en dan op nr. 34 van de Henri Bergéstraat.
De hoofdzakelijk residentiële laan bevat ook enkele gebouwen met een industriële bestemming of handelspanden die zich tot diep binnen het bouwblok uitstrekken. Verscheidene huizen hebben daarenboven een werkplaats achteraan. Tussen 1906 en 1915 werd de laan bebouwd met hoofdzakelijk burgerhuizen of opbrengsthuizen, overwegend in eclectische stijl. Vermelden we in deze stijl nr. 28 (1910), 30 (1911, voor de schilder Julien Stappers), 42 (n.o.v. architect P. Collart, 1906), 43 (1906), 45 (n.o.v. architect P. Demoulin) en 47 (n.o.v. architect J. Teughels), 72 (1913), alsook 89 en 91 (1912). Sommige woningen vertonen ook invloeden van de art nouveau, zoals de homogene huizenrij van nr. 9 tot 15 (zie deze nummers), waarvan de eerste drie huizen n.o.v. architect Frans Hemelsoet. Vermelden we eveneens enkele gebouwen met invloed van de neorenaissance (zie nr. 97) of de Beaux-Artsstijl (zie nr. 22 en 41).
Tussen 1920 en 1937 werden woningen en opbrengsthuizen in laat-eclectische stijl, Beaux-Artsstijl of art deco gebouwd. In die laatste stijl vermelden we nr. 70 (n.o.v. architect J. Teughels, 1928) en 111 (n.o.v. architect Jacques Leclercq, 1932). Tijdens deze periode, en net als in de jaren 1950 en 1960, werden ook enkele modernistische gebouwen opgetrokken, zoals nr. 64 (n.o.v. architect A. Cornut, 1933).
Verscheidene gebouwen zijn van de hand van architect Joseph Diongre, die de atelierwoning van de schilder Privat Livemont in Beaux-Artsstijl ontwierp (zie nr. 93). Hij tekende ook een geheel van twee huizen op nr. 90-92 en 94 (zie deze nummers) en vestigde zijn kantoor op dit laatste nummer. Nog twee andere architecten vestigden zich in de laan: Emile Henry op nr. 22 en Guillaume Veldeman op nr. 97 (zie deze nummers). Veldeman ontwierp verscheidene gebouwen in de laan (zie nr. 15, 84, 95, 97, 103), net als architect Jean Teughels (zie nr. 67, 105, 107). Vermelden we tenslotte dat de sgraffitokunstenaar Paul Cauchie menig timpanen en gevelvelden heeft voorzien van sgraffiti zoals op nr. 9, 13, 28 en 101 (zie nr. 9, 13 en 101).
Bronnen
Archieven
GAS/DS 28: 10-28; 30: 10-30; 42: 10-42; 43: 10-43; 64: 10-64; 70: 10-70; 72: 10-72; 89, 91: 10-85-87; 111: 10-111.
GAS/OW Dénomination des rues II.
Publicaties en studies
28: ARIJS, H., Paul Cauchie (1875-1952): tussen feit en fictie. Biografische aanzet: beginjaren en carrière als decorateur-entrepreneur tijdens de art-nouveauperiode (licentiaatsverhandeling Kunstwetenschappen en Archeologie), 3 vol., VUB, Brussel, 2010-2011, catalogus (vol. 3), cat. 30, pp. 54-55.
BERTRAND, L., Schaerbeek depuis cinquante ans. 1860-1910, Librairie de l'Agence Dechenne, Brussel, 1912. p. 59.
DEBOURSE, X., Schaerbeek. Parcours d'Artistes, Arobase Édition, Brussel, 2009, pp. 52-53.
DENHAENE, G., Réveil littéraire et artistique. Schaerbeek 1880-1930, Atelier Ledoux Éditions, Brussel, 1998, p. 28-30.
FISCHER, F., Notice sur les grands travaux de Schaerbeek (Premier Congrès international et Exposition comparée des Villes), Brussel, Imprimerie Ferdinand Denis, 1913, p. 7 in: Bulletin communal de Schaerbeek, 1913, p. 438.
Kaarten / plannen
HOUSSA, O., Plan n°3. Aménagement des quartiers Mon Plaisir et Helmet, 11.04.1904 (GAS/OW).
Websites
Het verhaal achter de straatnamen van Schaarbeek
GAS/DS 28: 10-28; 30: 10-30; 42: 10-42; 43: 10-43; 64: 10-64; 70: 10-70; 72: 10-72; 89, 91: 10-85-87; 111: 10-111.
GAS/OW Dénomination des rues II.
Publicaties en studies
28: ARIJS, H., Paul Cauchie (1875-1952): tussen feit en fictie. Biografische aanzet: beginjaren en carrière als decorateur-entrepreneur tijdens de art-nouveauperiode (licentiaatsverhandeling Kunstwetenschappen en Archeologie), 3 vol., VUB, Brussel, 2010-2011, catalogus (vol. 3), cat. 30, pp. 54-55.
BERTRAND, L., Schaerbeek depuis cinquante ans. 1860-1910, Librairie de l'Agence Dechenne, Brussel, 1912. p. 59.
DEBOURSE, X., Schaerbeek. Parcours d'Artistes, Arobase Édition, Brussel, 2009, pp. 52-53.
DENHAENE, G., Réveil littéraire et artistique. Schaerbeek 1880-1930, Atelier Ledoux Éditions, Brussel, 1998, p. 28-30.
FISCHER, F., Notice sur les grands travaux de Schaerbeek (Premier Congrès international et Exposition comparée des Villes), Brussel, Imprimerie Ferdinand Denis, 1913, p. 7 in: Bulletin communal de Schaerbeek, 1913, p. 438.
Kaarten / plannen
HOUSSA, O., Plan n°3. Aménagement des quartiers Mon Plaisir et Helmet, 11.04.1904 (GAS/OW).
Websites
Het verhaal achter de straatnamen van Schaarbeek