Onderzoek en redactie

2016-2017

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Sint-Albaansbergstraat is een verkeersader gekenmerkt door een sterk hoogteverschil. Ze begint aan het uiteinde van de Tuinbouwersstraat, ter hoogte van het kruispunt met de Emile Bockstaellaan, loopt noordwaarts omhoog en maakt een bocht in westelijke richting om dan naar dezelfde laan af te dalen.

De straat werd geopend bij K.B. van 05.06.1929 en liep over terreinen die toebehoorden aan de familie De Locht, noordelijk deel, en aan de Société Coopérative Immobilière, zuidelijk deel. Ze kreeg haar naam met het Collegebesluit van de Stad Brussel van 28.07.1929, verwijzend naar de heuvel waarop de straat werd ontworpen. Vroeger bevond zich daar een uitgestrekt domein, met het kasteel hof ter Plast. Het geheel was in de jaren 1780 verworven door de Brit George Beauclerk (1730-1786), derde hertog van St.Albans, die een heel bewogen leven leidde. Hij liet het kasteel slopen en verving het door een grote woning op de heuvel, Krayenbosch genaamd. Bij zijn dood waren echter enkel de funderingen van die woning klaar; ze werden tijdens de eerste decennia van de 19e eeuw ontmanteld.

In 1869 verwierf de familie De Locht het terrein gelegen ten noorden van buurtweg nr. 71. Op de bedding daarvan werd het oost-west georiënteerde deel van de Sint-Albaansbergstraat aangelegd. In de jaren 1900 werd dit terrein opgedeeld en werden er verscheidene villa’s gebouwd (zie nr. 53 tot 57 en 61 tot 67). Sommige ervan werden gesloopt: een grote woning ontworpen voor de familie De Locht werd in 1988 vervangen door residentie Orléans (Clementinasquare nr. 19-23), terwijl villa Mon Rêve, dat huisnummer 59 had (n.o.v. architect Joseph Dieltjens, 1908), in 1990 werd vervangen door de gebouwen Chambord I en II. Drie van de villa’s in deze zone – toen Sint-Albaansberg genaamd – werden bekroond in de gevelwedstrijd die de gemeente organiseerde voor respectievelijk de jaren 1909 (nr. 59 – gesloopt), 1910 (zie nr. 67), en 1911, een villa van architect Alphonse Gellé, wellicht ook verdwenen.

De rest van de straat, met een wijkende bouwlijn voor voortuintjes, werd pas vanaf 1928 bebouwd, met huizen en opbrengstgebouwen met invloeden van de Beaux-Artsstijl of de art deco en sommige in modernistische stijl. Vermelden we, op nr. 48 tot 56, een gevarieerde huizenrij uit de jaren 1930 (zie deze nummers). Op nr. 307 Bockstaellaan (1930) en op nr. 155 Tuinbouwersstraat (1931) (zie dit nummer) geven twee appartementsgebouwen het begin van de straat aan, respectievelijk in art-decostijl en Beaux-Artsstijl. Op nr. 10 tot 16 werden in 1935 vier appartementsgebouwen als geheel ontworpen (n.o.v. architecten Limbourg Frères). De nog braakliggende percelen, hoofdzakelijk aan pare zijde, werden kort na de Tweede Wereldoorlog bebouwd, met huizen en kleine appartementsgebouwen.

Bronnen

Archieven
SAB/KB straten, doos 20-24, cote 22, nr.10 (28.07.1929).

SAB/IP II 684 (1903-1915).
SAB/OW 76961 (1928-1936), 76962 (1929-1955), 97919 (1929); 10: 44685 (1935); 12 tot 16: 47452 (1935); 59: Laken 6045 (1908); Bockstaellaan 307: 40434 (1930-1932).

Publicaties en studies
DILLEN, J., Geschiedenis van de Sint-Albaansbergstraat te Laken, LACA, geschied- en heemkundige kring, Laken, 1991.
VAN KRIEKINGE, D., Essai de toponymie laekenoise, Laken, 1995, s. p.

VAN NIEUWENHUYSEN, P., Toponymie van Laken (doctoraatsverhandeling in de Germaanse Filologie), UCL, Louvain-la-Neuve, 1998, pp. 1704-1705.

Tijdschriften
VAN DEN HAUTE, R., “Inconséquence et prodigalité en perruque poudrée. L’extravagant duc de Saint-Alban dans nos murs”, in: Le Folklore Brabançon, 272, december 1991, pp. 297-322.