Onderzoek en redactie

2016-2017

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Antwerpsesteenweg is een lange verkeersader die begint aan de Boudewijnlaan, ter hoogte van de Antwerpsepoort, en uitmondt aan de Jules de Troozsquare. Ze kruist onder meer de Simon Bolivarlaan, de Helihavenlaan en de Masuistraat.

De steenweg is een oude middeleeuwse weg die Brussel verbond met de brug van Laken, waar ze werd voortgezet door de weg naar Antwerpen via Vilvoorde en Mechelen. In de loop der jaren kreeg de weg opeenvolgend de naam chemin d’Anvers of route de Malines (18eeeuw), chaussée de Bruxelles à Anvers [steenweg van Brussel naar Antwerpen] (na 1835), voordat hij in 1851 zijn definitieve naam Antwerpsesteenweg kreeg. In het Nederlands kreeg hij de ook bijnaam Antwerpsekassei of gewoonweg Kassei. De steenweg werd pas na de bouw van de Napoleonpoort, vóór 1804, rechtstreeks bereikbaar vanaf de Lakensestraat, in het stadscentrum. De Napoleonpoort werd later omgedoopt tot Willempoort en dan Antwerpsepoort. Tot aan de annexatie door de Stad Brussel in 1921 bevond het eerste deel van de steenweg, ongeveer tot de omgeving van de huidige Simon Bolivarlaan, zich op grondgebied Sint-Jans-Molenbeek, het tweede deel op grondgebied Laken.

De eerste gebouwen verschenen omstreeks 1800 aan het begin van de steenweg. Tijdens de eerste decennia van de 19e eeuw werd de steenweg de ruggengraat van een nieuwe wijk, de faubourg d’Anvers, faubourg de Laeken of Klein Molenbeek. Dankzij haar gunstige ligging tussen de stad, het Kanaal van Willebroek en de Zenne kon deze wijk zich snel ontwikkelen. Haar verstedelijking werd nog bevorderd door de bouw, ten westen van de steenweg, van het Groendreefstation, dat in 1835 werd ingehuldigd, in 1846 gevolgd door het Noordstation, ten oosten van de Zenne.

Oorspronkelijk kruisten de sporen van de Groendreef de Antwerpsesteenweg ter hoogte van de toekomstige Masuistraat, waar ze samenkwamen met de sporen die van het Noordstation vertrokken. Rond 1860 werd dit tracé buiten gebruik gesteld en vervangen door een aansluiting die het tracé van de huidige Helihavenlaan volgde. Op dit kruispunt, La Barrière genaamd, herinnert een overwegwachtershuis (zie nr.291) nog aan de aanwezigheid van de oude overweg.

In de Antwerpsesteenweg liep ook een van de oudste tramlijnen van de hoofdstad; ze werd in 1872 aangelegd om de Koninginnelaan te verbinden met het Dapperheidsplein in Anderlecht. Juist ten zuiden van het kruispunt La Barrière werd de grote tramremise, die tussen 1872 en 1909 werd ontworpen, tot sport- en sociaal-cultureel centrum omgevormd (zie nr.208-210).

De volkse en drukke Antwerpsesteenweg werd gedurende de hele 19e eeuw bebouwd, met woningen, kleine handelszaken, werkplaatsen en depots, cafés, hotels en restaurants, danszalen en bioscopen. Rond de wisseling van de 19e en 20e eeuw versterkten de aanleg van de extra-muros-haven en de bouw van het station van Tour & Taxis het commerciële en industriële karakter van de wijk, ten koste van de burgerwoningen.

Onder de betrekkelijk goed bewaarde huizen met neoclassicistische inslag vermelden we , nr.278 (vóór 1881), met achteraan een industrieel gebouw, en het geheel gevormd door nr.377 tot 383 (na 1893), opbrengsthuizen met commerciële benedenverdieping. In eclectische stijl vermelden we nr.270 (1886), verhoogd in 1948, nr.403-405, met gotische invloed, en de gebouwen van de Protestants-Evangelische kerk Silo (zie nr.324, 326).

Langs de steenweg vestigden zich diverse industrieën: carrosseriewerkplaatsen (tram, auto’s, fietsen), een liftenfabriek (Otis), brouwerijen, waaronder de firma Caulier (gevestigd in de Herrystraat, in het huidige huizenblok tussen de Helihavenlaan, de Simon Bolivarlaan en de Willem de Molstraat), verhuisfirma’s, zoals La Continentale Menkès (onpare zijde van de steenweg, ter hoogte van de huidige Simon Bolivarlaan) en de firma Walon Frères (op nr.204-206). Vermelden we, op nr.315-317, de restanten van de Établissements Honoré Demoor et Cie, gespecialiseerd in gereedschapswerktuigen, die de fabriek begin 20e eeuw bouwde op de plaats van een bandfabriek. Achter de administratieve gebouwen uit 1916 (n.o.v. architect Willy Plas) en evenwijdig met de Zenne, strekten zich grote werkplaatsen onder sheddak uit

Langs de steenweg bevonden zich verscheidenen balzalen, waaronder het Palais Baudouin, met zijn met spiegels bedekte muren, en de Van Dyck, allebei nabij de Antwerpsepoort. Er waren ook drie bioscopen, die ondertussen gesloopt zijn: de Panthéon (1921), die nadien de Rex en dan de Odéon werd, op nr.47, de Cade (ca. 1908) op nr.219, en de Cinéma Royal (1921), omgedoopt tot Anvers Palace, op nr.413.

Tijdens het interbellum werden langs de toen nog florerende laan enkele appartementsgebouwen opgetrokken, waaronder nr.68 (n.o.v. architect J. Vermeersch, 1931), in art-decostijl, op de hoek met de Nicolaystraat, en het modernistische sociaal wooncomplex Bloemenkrans (zie nr.407-409). Vermelden we eveneens, op nr.441, een voormalig café bekleed met keramiek, ingericht in 1941 (n.o.v. architect Jules Vander Motten).

In 1944 werden verscheidene gebouwen langs de steenweg door bombardementen vernield. Onder de getroffen gebouwen vermelden we nr.425, op de hoek met de Sluismeester Coggestraat, herbouwd in 1953 (n.o.v. architect J. F. Van Immelen). In 1950 herbouwde architect Paul Dhaeyer de meisjesschool Saint-Albert, die tot dan toe in drie belendende huizen was gevestigd (nr.28-32); het huidige Collège La Fraternité Saint-Vincent werd in 2003 gewijzigd (n.o.v. ingenieur-architect Philippe Tyberghein). Op nr.354, handelszaak uit 1961 met gevel met betonnen claustra, met achteraan een appartementsgebouw gelegen op nr.82 van de Groendreef.

Vanaf 1959 werkte de Groupe Structures het Manhattanplan uit. Dit plan voorzag in de volledige transformatie van de Noordwijk tot een uitgestrekt zakendistrict op z’n Amerikaans. Het project werd bekrachtigd bij K.B. van 17.02.1967. Een als ongezond bestempelde zone van 53 hectare, met daarbinnen de Antwerpsesteenweg, moest volledig worden afgebroken en heropgebouwd, terwijl de toekomstige Koning Albert II-laan op het niet langer gebruikte tracé van de Zenne zou komen. In de loop van de jaren 1970 werden de huizenblokken aan de onpare zijde van de steenweg, die in het oosten door de nieuwe laan werd afgeboord, volledig met de grond gelijkgemaakt. Vanaf het begin van dit decennium belette de slabakkende economische activiteit echter de uitvoering van de meeste geplande kantoorgebouwen. Tussen 1970 en 1973 verrees het eerste World Trade Center-complex, dat het hoofdkwartier van de wereldhandel in het hartje van de Noordwijk moest worden; het tweede (en laatste) complex werd pas begin jaren 1980 gebouwd (zie nr.53-55, 57-59b).

Tegelijk met de grootschalige sloopwerken liet de Stad ook sociale woningen aan de Antwerpsesteenweg bouwen. Zo verrees tussen 1968 en 1978 het complex van de Lakense Haard (zie nr.150-150a tot 152b-154), gevolgd door dat van de Brusselse Haard (nr.61-63), dat in 1979 tegenover het eerstgenoemde complex werd gebouwd.

In de tweede helft van de jaren 1980 hervatte de bouwactiviteit in de wijk. Tussen 1987 en 1990 verrees het gebouw van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (nr.1-5) op de hoek met de Boudewijnlaan, naar een ontwerp van de bureaus Jaspers en Vander Elst. In 1989 schreef een gedeeltelijke herziening van het plan van aanleg van 1967 een concentratie van kantoren langs de Koning Albert II-laan voor, terwijl aan de Antwerpsesteenweg de huisvesting voorrang kreeg. In het uitgestrekte bouwblok tussen de Frère-Orbanstraat en de Volksstraat, dat verscheidene kleinere wegen verving, verrezen zo in de jaren 1990 de complexen North Gate en North Star aan de kant van de laan. Aan de Antwerpsesteenweg werden ze aangevuld met een geheel van 98 woningen van de Lakense Haard, zoals voorgeschreven door de Stad Brussel. Tussen 2008 en 2013, ten slotte, werden aan pare zijde, tussen de Simonsstraat en de Simon Bolivarlaan, twee imposante gekoppelde kantoorcomplexen in H gebouwd (Jaspers-Eyers Architects), ter vervanging van onder meer het toneeldecormagazijn van de Munt, dat van vóór 1893 dateerde.

Onder de interessante bouwwerken aan de steenweg uit de jongste decennia vermelden we de nieuwe Sint-Rochuskerk, die in 1995 door het Atelier de Bruxelles werd gebouwd (zie nr.60), alsook een hoekappartementsgebouw gebouwd in 2011-2013 door JAVA Architects (nr.212), dat opvalt door de grote openingen in de gevel.

Bronnen

Archieven
SAB/Actes Administratifs, vol. nr.2, folio 314; vol. nr.35, p.
 9.
SAB/OW 4534 (1893); 28-30: 59092 (1948), 59091 (1948-1950), 112211 (2003); 47: 59244 (1921); 68: 38496 (1931); 270: 57930 (1948), 59594 (1950); 315-317: 67351 (1916); 354: 73096 (1961); 425: 61649 (1953); 441: 54970 (1941); 451: Laken PV Reg. 170 (1919).

Publicaties en studies
Brusselse wandelingen
. 4. Het industrieel erfgoed van Laken, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1999, pp. 2-5.
Brusselse wandelingen. 3. Arbeiderswoningen en sociale huisvesting in Laken, Cel Historisch Erfgoed van de Stad Brussel, Brussel, 1998, p. 8.
CULOT, M. [o.l.v.], Bruxelles Hors Pentagone. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiches 52, 76.
DEMEY, Th., Chronique d’une capitale en chantier. 2. De l’Expo ‘58 au siège de la C.E.E., Paul Legrain, Brussel, 1992, pp. 105-169.
LA RÉTINE DE PLATEAU, Inventaire des salles de cinéma de la Région de Bruxelles, Brussel, 1994, fiches 134, 135.
TOELEN, T., De grote en kleine geschiedenis van de Kassei. La grande et petite histoire de la Chaussée, AMVB, Brussel, 2004.
VANDEN EEDE, M., MARTENS, A., De Noordwijk. Slopen en wonen, EPO, Brussel, 1994, pp. 56-62.
VAN KRIEKINGE, D., Essai de toponymie laekenoise, Laken, 1995, s.p.
VAN NIEUWENHUYSEN, P., Toponymie van Laken (doctoraatsverhandeling in de Germaanse Filologie), UCL, Louvain-la-Neuve, 1998, pp. 528-529, 1151.

Tijdschriften
VAN DER ELST, W., “De verdwenen filmzalen van Laken”, LACA Tijdingen, 4, jaargang 16, juni 2005.