Onderzoek en redactie
1989-1994
Bekijk de weerhouden gebouwenRechthoekig plein op de intersectie van Adolphe Maxlaan, Emile Jacqmainlaan en Anspachlaan. Deel uitmakend van het geheel der centrale lanen, in 1867-1871 onder het beleid van burgemeester Jules Anspach aangelegd op de overwelfde Zenne, naar ontwerp van architect Léon Pierre Suys. Monumentale doorbraak naar Haussmanniaans model die de stad van noord naar zuid doorkruist. Zie Adolphe Maxlaan.
Benaming sinds 1871 naar Charles De Brouckère (1796-1860), burgemeester van Brussel van 1848 tot 1860.
Het centrum van het De Brouckèreplein werd aanvankelijk ingenomen door de voormalige Augustijnenkerk, imposante barokkerk door architect Jacques Francquart uit 1620-1642, eertijds deel uitmakend van een omvangrijk kloostercomplex aan de Wolvengracht. In zijn project van 1865 voorzag Suys in behoud, vrijmaking en uitbreiding van de kerk, gearticuleerd als eindperspectief van de laan vóór de splitsing. De kerk werd uiteindelijk in 1893 gesloopt, de voorgevel wederopgebouwd aan de Heilige Drievuldigheidskerk te Elsene. Op de vrijgekomen ruimte werd een plein aangelegd, achteraan gedomineerd door de Anspachfontein naar ontwerp van architect Emile Janlet, met beeldhouwwerk door P. De Vigne, J. Dillens, G. De Vreese, P. Braecke en G. Houtstont, ingehuldigd in 1897. Op het besluit tot oprichting van het monument op deze plaats, teruggaand tot 1880, volgde in 1890 een eerste voorontwerp - een triomfboog -, na 1894 een tweede - een centraalbouw - en het definitieve - een obelisk -, uitgevoerd vanaf 1895. In 1973 ingevolge de metro-aanleg gedemonteerd en in 1979-1981 in gereduceerde vorm opnieuw opgesteld aan het einde van de «Vismarkt» (zie Baksteenkaai).
Het De Brouckèreplein vormt samen met de Adolphe Maxlaan en de Anspachlaan het meest voorname gedeelte van de centrale lanen. De bebouwing uit begin jaren 1870 vertoont een opeenvolging van monumentale panden met rijk gedetailleerde gevelafwerking, sinds de afbraak van de Augustijnenkerk gedomineerd door het «Hotel Continental», kopgebouw van Adolphe Maxlaan en Emile Jacqmainlaan, en eertijds ten zuiden afgesloten door afgeschuinde hoekgebouwen. Vier gebouwen werden bekroond tijdens de gevelwedstrijd van 1872-1876, waarvan één, naar ontwerp van architect Henri Maquet (1872), de negende prijs, verdween; een groep panden aan de westelijke zijde werd naar verluidt tijdens de tweede gevelwedstrijd van 1876-1878 bekroond.
Het De Brouckèreplein ontwikkelde zich, zeker vanaf de jaren 1890 tot het spraakmakende centrum van de stad, met hotels-café’s «Continental» en «Métropole», het revuetheater «La Scala», tijdens het interbellum de bioscoop «Eldorado», tijdens de na-oorlogse periode overwoekerd door lichtreclames. Na beëindiging van de metrowerken in 1976, opnieuw aangelegd waarbij het plein werd geïncorporeerd in de rijbaan en omringd door brede, beboomde voetgangerszones en toegangen tot metrostation «De Brouckère» (lijn 1 en lijn 3). Twee gietijzeren fonteintjes, respectievelijk met beeldje «Haasje-over» (westzijde) door J. Roig en «Kinderspelen» (oostzijde) door J. De Decker, onthuld in 1982. Heden ten zuiden gedomineerd door het Administratief Centrum van de Stad Brussel (1976-1971, architecten Jacques Cuisinier, Joseph Gilson, André en Jean Polak, Robert Schuiten) en de Philipstoren (1967-1969, architecten Structures); nieuwe bouw op de hoek met de Augustijnenstraat.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 29829, 551 (1872);
SAB/S.K., 33.
Publicaties en studies
DECLERCQ F., DE WIT A., VAN LOOCK J., Emile Janlet, onuitgegeven verhandeling, St.-Lu- kas Hoger Architectuurinstituut Brussel, 1984, p. 100-107.
Tijdschriften
L'Emulation, 1898, pl. 34-37.
Gemeenteblad, 1893,1, p. 147-149; 1894, p. 704-709; 1897, II, p. 411.