Onderzoek en redactie

1989-1994

 

Bekijk de weerhouden gebouwenRuim rechthoekig plein, in 1787 aangelegd op de terreinen van het vroegere Jerichoklooster, naar ontwerp van architect Rémy Nivoy (1734-1814) in samenwerking met ingenieur-architect Claude Fisco (1736-1825). Onmiddellijk bebouwd en in 1802 met een dubbele rij linden beplant.

Het Jerichoklooster of Porta Coeli werd in 1235 buiten de Sint-Katelijnepoort gesticht door de Witte Vrouwen of Victorinen, verdreven in 1456; vervolgens toegewezen aan de reguliere kanunnikessen van Windesheim, opgeheven in 1783. Reeds in 1784 vroeg de Stad aan de Oostenrijkse Regering toelating tot de aanleg van een nieuwe ruimere graanmarkt op deze terreinen tussen Oude Graanmarkt, Vlaamsesteenweg en Papenvest, ter vervanging van de oude gelegen nabij Sint-Katelijne, toelating die werd verleend in 1787. De percelen dienden vóór eind 1788 te zijn bebouwd.
De Nieuwe Graanmarkt vormde het derde en laatste in de reeks grote stedenbouwkundige gehelen die onder Oostenrijks Bewind tot stand kwamen in de loop van 1775-1800. Het gesloten rechthoekige plein werd vóór de uiteinden van de lange zijden geopend door telkens twee quasi parallelle straatassen: respectievelijk de Moutstraat en de voormalige Jerichostraat ten westen van het plein, leidend naar de Oude Graanmarkt, de Hopstraat en voormalige Lepelstraat, ten oosten van het plein leidend naar de Papenvest. De later doorgetrokken Hopstraat vormde hierbij een knik t.o.v. de Moutstraat, een reeds bestaande gang. De Jerichostraat en Lepelstraat werden later geïncorporeerd in het tracé van de Antoine Dansaertstraat (1890-1891/1898-1899), en vervolgens aan de noordzijde op gelijke breedte gebracht bij de aanleg van de Léon Lepagestraat (vanaf 1912) die een bres sloeg in de noordelijke pleinwand. De voorheen zo karakteristieke gesloten hoeken bleven slechts bewaard in de zuidelijke pleinwand; hetzelfde geldt voor de hoekafschuiningen van de dwarsstraten die bij latere wederopbouw verloren gingen.

In tegenstelling tot het Martelaarsplein en het Koningsplein gold voor de Nieuwe Graanmarkt geen eenvormig architecturaal concept, doch in de jaren onmiddellijk volgend op de aanleg werden de vier pleinwanden afgezet met voorname heren- en burgerhuizen van drie bouwlagen in homogene laat-classicistische stijl, met een meer of minder uitgesproken decor in Lodewijk XVI-stijl. In enkele gevallen werden meerdere panden nochtans gekoppeld tot grotere gehelen achter doorlopende gevelschermen, telkens opgetrokken door éénzelfde eigenaar. Hieraan herinneren nog de nr. 4, 5, 6, 9, 19, 24-25 en 31-34. Het overgrote deel van de bebouwing werd echter stelselmatig gesloopt en wederopgebouwd, vanaf het interbellum met een schaalvergrotend effect.

Heden centrale, met platanen beplante en afgepaalde pleinzone, omringd door wegenis met parkeerzone ten zuiden. Standbeeld van Jean-Baptiste Van Helmont (1577-1644), scheikundige, fysioloog, geneesheer en filosoof, in marmer door beeldhouwer Gérard Vander Linden (1830-1911), op een hardstenen sokkel met opschriften naar ontwerp van de Brugse architect Louis Delacenserie, uitgewerkt in 1881-1888 en onthuld in 1889.

Nederlandse Evangelische Hervormde Kerk (architectenbureau Dingemans, 1962-1971), uitgevoerd in beton met klokkentoren, op de hoek met de Antoine Dansaertstraat.

Gietijzeren fontein met beeldje de Vette Keuken door beeldhouwer J. De Decker, 1982.

Bronnen

Archieven
SAB, SK 36 (1889); PP, 24-26, 1738-1739.