Onderzoek en redactie

1989-1994

 

Bekijk de weerhouden gebouwenVan Hooikaai naar Koopliedenstraat.
Oorspronkelijk de oostelijke kade van het voormalige Groot Dok, ook Handelsdok genaamd. De aanleg van dit dok, eigenlijk een plaatselijke verbreding van het kanaal van Willebroek, werd aanbesteed in 1829, gelijktijdig met de werken voor verbetering van de diepgang van het kanaal en de vernieuwing van sluizen, bruggen en duikers. De eerstesteenlegging voor het dok vond plaats op 1 april 1830. In dezelfde periode kwam ook het kanaal van Charleroi tot stand (1827-1832), dat ten noorden van het Groot Dok op het kanaal van Willebroek aansloot.

De aangewende terreinen, voorheen buiten de tweede stadsomwalling (14e eeuw), werden door de aanleg van de Antwerpselaan in 1819 aan het stedelijk grondgebied toegevoegd (zie aldaar). Het Groot Dok, met een oppervlakte van 182 bij 70 m, had een capaciteit van 150 schepen. Het sloot ten zuiden aan op het 16e-17e-eeuws dokkencomplex (zie Baksteenkaai); ten oosten bevond zich het enkele jaren voordien gegraven Werfdok (zie Werfkaai). De aanleg van de eigenlijke Handelskaai werd reeds aangevat in 1819, toen als oostelijke kade van het binnen de nieuwe stadsbegrenzing gelegen gedeelte van het kanaal; ook de vroegste bebouwing dateert uit deze periode. De tegenoverliggende westelijke kade werd in 1833 afgesloten door de nieuwe Oeverpoort, met octrooipaviljoenen naar ontwerp van architect A. Payen. In 1843-1847 verrees hier het Stapelhuis naar ontwerp van architect L. Spaak, een omvangrijk gebouw met een voor de tijd vooruitstrevend gebruik van baksteen in combinatie met giet- en gewalsd ijzer voor de constructie, gesitueerd aan de samenkomst van beide kanalen en het verbindingsspoor tussen de toenmalige Noord- en Zuidstations.

De oude dokken werden gedempt in 1910-1911. Op de plaats van het Groot Dok en het Stapelhuis werd vervolgens het zogenaamd “
Quartier Maritime“ - huidige Handelskaai, Diksmuidelaan, Ieperlaan, IJzerplein en Sainctelettesquare - gerealiseerd, waarvan de aanleg werd aanbesteed in 1911, doch dat pas werd bebouwd vanaf de jaren 1920 (zie ook Diksmuidelaan). De concentratie van groothandelsfirma’s, fruit-/groentenveilingen en markthallen in deze wijk vormden een voortzetting van de vroegere havenactiviteit.

Brede laan met dubbele rijweg en met platanen beplante middenberm. Restanten van de oorspronkelijke neoclassicistische kade-architectuur uit de jaren 1820 aan de oostzijde. Belangrijke groep appartementsgebouwen met overwegend art deco-inslag uit de jaren 1920 en 1930 aan de westzijde en ter hoogte van het vroegere Werfdok. Bouwlijn variërend van vier tot zeven bouwlagen veelal
met pseudomansarde. Gevelparementen van baksteen verwerkt met hardsteen, witte natuursteen en simili. Voornamelijk verticale gevelmarkering door middel van erkers en bow-windows; ijzeren balkons en borstweringen, vaak ook deuren, met typisch patroon. Tot de minder markante voorbeelden van doorsnee-architectuur behoren nr. 24 (1925, architect P. Meert) en 27; voorts nr. 44-46 in Nieuwe Zakelijkheid (1933, architect A. Bosshard). Voormalige drukkerij in nr. 14-18, doorlopend in Ieperlaan nr. 15 (1930, architect G. Vuille).


Bronnen

Archieven
SAB/OW 37834 (1925), 50712 (1933), 50711 (1930); AA, 1829, vol. 26 bis, z.n., 1833, vol. 30, z.n., 1911, rep. 8250.