Onderzoek en redactie

1989-1994

 

Bekijk de weerhouden gebouwenVan Radstraat naar Zuidlaan.
Aloude straat, gelegen buiten de eerste stadsomwalling (11e – 13e eeuw), eertijds vertrekkend vanaf de Waalseplaats en ten zuiden - uitmondend ter hoogte van de Zuinigheidsstraat. Noordelijk straatgedeelte in de 14e eeuw vermeld als ’t Hudeken, het zuidelijke straatgedeelte als Sconaerden of, in de 15e eeuw als Schoenaerde.

Vanaf de 16e eeuw Huyvetterstraete genaamd, naar de huidevetterijen die hier vanouds gevestigd waren en nog tot begin 20e eeuw voorkwamen. Het zuidelijke straatgedeelte vanaf de Zuinigheidsstraat werd ca. 1850 doorgetrokken tot de ringboulevard, gelijktijdig met de aanleg van de Bloemistenstraat en de de Leglentierstraat, doorheen onbebouwde terreinen. Het meest noordelijke straatgedeelte tot de Spiegelstraat werd gesloopt voor de bouw van het zogenaamd Zuidviaduct van de noord-zuidspoorwegverbinding (1911-1914, 1935-1952).

Lange, geknikte straat, met een afgetekend onderscheid tussen de bebouwing van het historische noordelijke - en het van midden de 19e eeuw daterende zuidelijke tracé. Eerstgenoemde straatgedeelte met nog enkele oude kernen, afgewisseld met vroeg 19e eeuwse neoclassicistische woningen, en gedomineerd door markante industriële en handelscomplexen. Plaatselijk verbrede rooilijn aan de oostzijde. Het zuidelijke straatgedeelte vanaf de kruising met de Wasserijstraat en Reebokstraat, vertoont een vrij homogene, aaneengesloten neoclassicistische rijbebouwing, in twee fasen respectievelijk in de jaren 1850-begin 1860 en 1880-begin 1890 opgetrokken.
Basisbebouwing uit de eerste fase gekenmerkt door een vlakke gevelbehandeling met kordongeleding en rechthoekige muuropeningen, beëindigd door een klassiek hoofdgestel of mezzanino. Overwegend enkelhuizen met drie bouwlagen en drie traveeën onder zadeldak, vaak gekoppeld ook als afgeschuinde hoekbebouwing, zie hiervoor de nr. 146-150 (hoek Zuinigheidsstraat nr. 2), 152-156 (hoek Zuinigheidsstraat, 1862), 162, 164, 174 (1860), 176 en 178 (1860), 213 en 215 (1851), 217-219. Bebouwing uit de tweede fase, vnl. geconcentreerd aan de westzijde, met dezelfde kenmerken, doch spaarzaam gebruik van stuc vnl. voor de vensteromlijstingen van onder meer ook getoogde vensters, zie hiervoor nr. 117 en 121 (hoek Wasserijstraat, 1895), 123, 124, 125-127 (1891), 157 en 159 (1889), 175-177 (1891; met gebuikte gietijzeren balkons), 189 en 191 (1892), 193-201 (hoek de Lenglentierstraat nr. 24-26, 1887).
Begane grond heden vaak verbouwd tot puien. Typische art decogevel met bloemenkorven en -fries, en glas-in-lood-vensters uit de jaren 1920 in nr. 129-131. Sociale wooncomplexen Huidevetters/Wasserij (1955, architect J.-M. Morant) en Krakeelbuurt (1968-1975, architecten R. Vandendaele, G. De Brigode, H. Baleriaux en J.-H. Baudon) van de Brusselse Haard bij de Wasserijstraat.



Bronnen

Archieven
SAB/OW 26213 (ca. 1850), 22718 (1862), 22720 (1860), 22722 (1860), 22735 (1851), 13414 (1895), 22777 (1891), 22712 (1889), 22785 (1891), 22787 (1892), 22714 (1887).