Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

J. MOCKELarchitect1900

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 478
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl n.o.v. arch. J. Mockel, 1900.

Twee bouwlagen onder mansarde; halfopen bebouwing. Gevel met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op sokkel met fijne bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Benedenverdieping bekroond door friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met palmettenVersiering in de vorm van een palmblad., deur onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., waarboven impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. In tweede bouwlaag centraal drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder getande latei, met zuilvormige tussenstijlen met egyptiserende kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.; balkon op vier consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Hoge friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met twee registersVensterstrook in een topgevel. op hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.: het eerste met neutenpanelenU-vormig sierpaneel., het tweede met spiegels. Kooflijst doorlopend  op zijgevel. Centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met neuten. Bewaard deur; schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels vervangen.

Rechts van gevel hek met pilastervormige stijlen uitgevend op de tuin.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 2326 (1900).