Typologie(ën)
sociale woonblok
Ontwerper(s)
Egide DEKEULENEER – architect – 1950
Stijlen
naoorlogs modernisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2018
id
Urban : 38331
Beschrijving
Geheel van modernistische
sociale woningen, ontworpen door architect Egide Dekeuleneer i.o.v. de Lakense
Haard in 1950.
Met in totaal 44 woningen bestaat het complex uit zes blokken van vier bouwlagen onder plat dak: vier aansluitende blokken aan straatzijde, gescheiden van een vijfde blok door een inrijpoort, en het zesde aan de kant van de laan. Gevels in gele baksteen met schaduwvoegen, in doorlopende traveevlakken versierd met elementen in beton en hardsteen. Deuren met hardstenen omlijsting, sommige met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Platte kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Bewaarde metalen deuren met kleine vierkante ramen aan straatzijde en met getralied raam aan de kant van de laan. Raamwerk vervangen.
Inrijpoort afgesloten door traliewerk met geometrische motieven bevestigd aan twee hardstenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Langs nr.3a, voetgangersdoorgang afgeboord door een muurtje in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen..
Op nr.3b tot 7, vier blokken, de laterale aan straatzijde, de centrale lichtjes inspringend. Analoge gevels met vier symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met op de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) de toegang en op de verdiepingen doorlopende balkons met betonnen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de eerste drie blokken, inspringende middentraveeën die, op de verdiepingen, loggia’s met uitspringende terrassen vormen. De gevel van het vierde blok ligt volledig aan de rooilijn, met balkons op de verdiepingen. Op de zijgevel van dit blok, blindZonder opening; blind venster, schijnopening. muurvak versierd met een hoge spiegel. Doorlopende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die centrale uitsprongen volgt.
Binnen, twee woningen volgens spiegelbeeldschema per bouwlaag.
Op nr.3a, blok met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan straatzijde, de tweede met muuropeningen met moneelStenen vensterstijl.. Zijgevel met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met toegang op de eerste travee, de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uitspringend.
Binnen, één woning per bouwlaag.
Op nr. 364 Bockstaellaan, blok met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de drie centrale behandeld als gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de verdiepingen, belijnd door twee kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Benedenverdieping in hardsteen. Hellende smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en leuningen in de middelste bouwlagen. Grote bakstenen schoorsteenpijpenHet boven het metselwerk of dak uitstekende deel van een schoorsteen..
Binnen, twee woningen volgens spiegelbeeldschema per bouwlaag.
Met in totaal 44 woningen bestaat het complex uit zes blokken van vier bouwlagen onder plat dak: vier aansluitende blokken aan straatzijde, gescheiden van een vijfde blok door een inrijpoort, en het zesde aan de kant van de laan. Gevels in gele baksteen met schaduwvoegen, in doorlopende traveevlakken versierd met elementen in beton en hardsteen. Deuren met hardstenen omlijsting, sommige met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Platte kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Bewaarde metalen deuren met kleine vierkante ramen aan straatzijde en met getralied raam aan de kant van de laan. Raamwerk vervangen.
Inrijpoort afgesloten door traliewerk met geometrische motieven bevestigd aan twee hardstenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.. Langs nr.3a, voetgangersdoorgang afgeboord door een muurtje in breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen..
Op nr.3b tot 7, vier blokken, de laterale aan straatzijde, de centrale lichtjes inspringend. Analoge gevels met vier symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met op de centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) de toegang en op de verdiepingen doorlopende balkons met betonnen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de eerste drie blokken, inspringende middentraveeën die, op de verdiepingen, loggia’s met uitspringende terrassen vormen. De gevel van het vierde blok ligt volledig aan de rooilijn, met balkons op de verdiepingen. Op de zijgevel van dit blok, blindZonder opening; blind venster, schijnopening. muurvak versierd met een hoge spiegel. Doorlopende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die centrale uitsprongen volgt.
Binnen, twee woningen volgens spiegelbeeldschema per bouwlaag.
Op nr.3a, blok met twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan straatzijde, de tweede met muuropeningen met moneelStenen vensterstijl.. Zijgevel met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met toegang op de eerste travee, de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) uitspringend.
Binnen, één woning per bouwlaag.
Op nr. 364 Bockstaellaan, blok met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de drie centrale behandeld als gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op de verdiepingen, belijnd door twee kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Benedenverdieping in hardsteen. Hellende smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en leuningen in de middelste bouwlagen. Grote bakstenen schoorsteenpijpenHet boven het metselwerk of dak uitstekende deel van een schoorsteen..
Binnen, twee woningen volgens spiegelbeeldschema per bouwlaag.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 62244 (1950).
