Typologie(ën)

villa

Ontwerper(s)

Jules CLEMENTarchitect1941

Stijlen

Regionalisme

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 36236
lees meer

Beschrijving

Imposante vrijstaande villa die verschillende stijlen vermengt, waaronder de cottagestijl en de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., naar ontwerp van architect Jules Clément, 1941.

Overwegend rechthoekig gebouw van twee bouwlagen onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde., met talrijke uitkragingen. Gevels in geel en bruingetinte baksteen, versierd met witstenen elementen, hardsteen en bruine steen. Rechts, onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en half-ondergrondse garage in breuksteen van ijzerhoudende leisteen. Elementen in gebeeldhouwde steen – onderdorpels, kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen., consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., kroonlijsten, enzovoort. – met art-nouveauprofiel.
Rechts op de voorgevel, boogvormige voorbouw bekroond door een rechthoekige, met leien beklede verdieping onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Op de zijgevels en de achtergevel, imposante schoorstenen in bruine baksteen, met hoge schoorsteentop en decors van bakstenen. Op de linkerzijgevel, twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) elk onder uitkragende puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., met links de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. die is voorzien van een portaal met zuilen waarop een terras met smeedijzeren traliewerk rust, voor een hoge inspringende glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. geflankeerd door bolronde muurvlakken versierd met uitspringende bakstenen. Op de rechtertravee, smal hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat het trappenhuis verlicht.
Houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., waarvan sommige doorlopend  zijn en de hoeken innemen. Schrijnwerk vervangen.

Omheining van het tuintje vervangen, met behoud van de kwartronde kantsteen.

Binnen, oorspronkelijk, centrale hal met daarlangs het ovale trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Aan de kant van de laan, living en bureau-rookkamer in de linkerhoek. Achteraan, keuken en ontbijtkamer achter een vestiaire, een diensttrap en een bijkeuken. De eetkamer geeft uit op een terras in de rechterhoek. Op de verdieping, vier kamers op de rechterzijgevel, drie badkamers en een linnenkamer links, “studieruimte” achteraan.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 59885 (1941).