Typologie(ën)

appartementsgebouw
architectenwoning

Ontwerper(s)

Paul Emile VINCENTarchitect1965

Jean STUYVAERTarchitect1965

Alain CHEROTarchitect1965

René MELSarchitect1967

Stijlen

Brutalisme

Inventaris(sen)

  • Inventaris van het Hedendaags Erfgoed (Urbat - 1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
  • Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35808
lees meer

Beschrijving

Modernistisch appartementsgebouw, ontworpen door architect Paul-Emile Vincent, met de medewerking van architecten Jean Stuyvaert en Alain Cherot, voor eigen rekening in 1965. De architect betrok de woonruimte op de laatste verdieping.

Bijna vierkant gebouw, half vrijstaand en met drie bouwlagen onder een dakterras dat wordt ingenomen door een inspringende technische verdieping. Structuur in zichtbaar gewapend beton aangevuld met een bekleding in Vaurionsteen. De linkerzijde van de benedenverdieping is als insprong behandeld en vormt een grote toegangsportiek met twee pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Garagepoort rechts. Langs een oprit, zijgevel met inspringend muurvlak onder de uitkragende verdiepingen, die op zichtbare balken rusten. Gevels met balkons met betonnen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; aan de zijkant, metalen borstweringen met rookglas. Derde verdieping opengewerkt met verscheidene smalle venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Voorgevel met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Rechts, op de eerste twee verdiepingen, brede glasdeur waarvan de linkerhelft achter een balkon ligt. Op de laatste verdieping, loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met beglaasde metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de eerste twee verdiepingen van de middentravee, langwerpige hoge ramen die de keukens verlichten. Links, hoek op elke verdieping behandeld als loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. in de vorm van een uitkragend balkon op een balk, met aan weerszijden een tot op de vloer beglaasde muuropening.

Achtergevel in baksteen, met op de zijkant een blind stenen muurvlak dat enkel op de laatste verdieping is opengewerkt met een smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. dat een haardhoek verlicht. Vijf garage-ingangen achter een binnenplein dat als parkeerplaats is aangelegd. Doorlopend balkon met betonnen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de eerste twee verdiepingen.

Oorspronkelijke volle garagepoorten. Aluminium raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met donkere banden deels bewaard. Deur met horizontale houten stootstang.

Binnen, tussen het inkomsas en de hal, groot glas-in-loodraam in glasbeton van René Mels, met tegels en blokken in witte, grijze en lichtgele tinten. Centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met muren van zichtbare bakstenen; trap met metalen trapboom en treden met verloren bekisting. Betonnen liftkoker die een verstijvingskern vormt. Twee appartementen per verdieping op de eerste twee verdiepingen, één appartement op de laatste, en een studio op de technische verdieping. De woonvertrekken – eethoek en woonkamer – zijn zuidoost georiënteerd, de kamers noordoost. Appartement van de architect met eethoek, woonkamer en haardhoek die eenzelfde ruimte op de zijgevel delen. Aan de kant van de laan, keuken in het midden, kamer met loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. rechts. Op de achtergevel, kantoor en twee kamers. Linnenkamers tegen de gemeenschappelijke tussenmuur.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 79936 (1965).

Tijdschriften
"Immeuble à appartements à Bruxelles", Architecture, 1970, 94, pp. 730-732.