Typologie(ën)
villa
woning
woning
Ontwerper(s)
Roger DE WINTER – architect – 1967
Willem HAYEN – keramist
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
naoorlogs modernisme
Inventaris(sen)
- Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)
- Het monumentale erfgoed van België. Laken (Archistory - 2016-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2018
id
Urban : 38498
Beschrijving
Modernistische villa ontworpen door architect Rogier De Winter voor
keramist Willem Hayen, 1967.
Gebouw in de vorm van een rechthoekig parallellepipedum en met twee bouwlagen. Gevels in wit geschilderde baksteen versierd met elementen in gewapend beton met gladde bekisting (thans wit geschilderd). De voorgevel is links opengewerkt met een grote beglaasde muuropening waarin de toegangsdeur is ingewerkt, en rechts met een garagepoort. De verdieping wordt ingenomen door een vensterregister waarvan het inspringende linkerdeel een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. vormt, voorafgegaan door een doorlopend betonnen balkon met rechts een open stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de linkerzijgevel, glazen tegels en een vensterregister op de begane grond achteraan. Op de rechterzijgevel, vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. dat het impostvenster van de garagepoort vooraan verlengt. Vensterregister achteraan op de begane grond, hoge muuropening op de verdieping. Op de achtergevel, dienstdeur links, bekroond door een balkon met stenen borstwering dat rechts toegankelijk is via een trap met uitkragende betonnen treden, zonder optreden, die in de gevel zijn ingewerkt; metalen leuning. Keukenvenster en -deur voorafgegaan door een balkon. Decor in keramiekwerk, gesigneerd "W. Hayen", bestaande uit twee panelen die de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de balkons versieren – een oneffen vlak met kraters vooraan, een kinetische compositie die een rennende atleet voorstelt achteraan. Gekleurd paneel op de muur van de loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. op de verdieping. Huisnummer tegen een achtergrond van elkaar aanziende haai en zwaan – een verwijzing naar de namen van de eigenaars, haai voor Hayen, zwaan voor Zwaenepoel, zijn echtgenote. Het oorspronkelijke fijne metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is vervangen.
Hek van het voortuintje vernieuwd.
Binnen, links, twee boven elkaar liggende hallen langs een wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met spil en uitkragende traptreden zonder optreden, in exotisch hout. Metalen leuning en muurankers. Stenen betegeling op de benedenverdieping. Aan de achterkant van de hal, vestiaire en toilet, gevolgd door een kantoor. Rechts, lange ruimte die als garage dienstdoet, het vroegere atelier van de keramist. Op de verdieping, hal gevolgd door de badkamer en de kamer. Rechts, woonkamer vooraan, keuken achteraan.
Gebouw in de vorm van een rechthoekig parallellepipedum en met twee bouwlagen. Gevels in wit geschilderde baksteen versierd met elementen in gewapend beton met gladde bekisting (thans wit geschilderd). De voorgevel is links opengewerkt met een grote beglaasde muuropening waarin de toegangsdeur is ingewerkt, en rechts met een garagepoort. De verdieping wordt ingenomen door een vensterregister waarvan het inspringende linkerdeel een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. vormt, voorafgegaan door een doorlopend betonnen balkon met rechts een open stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Op de linkerzijgevel, glazen tegels en een vensterregister op de begane grond achteraan. Op de rechterzijgevel, vensterregisterDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. dat het impostvenster van de garagepoort vooraan verlengt. Vensterregister achteraan op de begane grond, hoge muuropening op de verdieping. Op de achtergevel, dienstdeur links, bekroond door een balkon met stenen borstwering dat rechts toegankelijk is via een trap met uitkragende betonnen treden, zonder optreden, die in de gevel zijn ingewerkt; metalen leuning. Keukenvenster en -deur voorafgegaan door een balkon. Decor in keramiekwerk, gesigneerd "W. Hayen", bestaande uit twee panelen die de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van de balkons versieren – een oneffen vlak met kraters vooraan, een kinetische compositie die een rennende atleet voorstelt achteraan. Gekleurd paneel op de muur van de loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. op de verdieping. Huisnummer tegen een achtergrond van elkaar aanziende haai en zwaan – een verwijzing naar de namen van de eigenaars, haai voor Hayen, zwaan voor Zwaenepoel, zijn echtgenote. Het oorspronkelijke fijne metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. is vervangen.
Hek van het voortuintje vernieuwd.
Binnen, links, twee boven elkaar liggende hallen langs een wenteltrapTrap die rond een centrale, verticale as of opening spiraalvormig omhoog loopt. met spil en uitkragende traptreden zonder optreden, in exotisch hout. Metalen leuning en muurankers. Stenen betegeling op de benedenverdieping. Aan de achterkant van de hal, vestiaire en toilet, gevolgd door een kantoor. Rechts, lange ruimte die als garage dienstdoet, het vroegere atelier van de keramist. Op de verdieping, hal gevolgd door de badkamer en de kamer. Rechts, woonkamer vooraan, keuken achteraan.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 82526 (1967).
Tijdschriften
DILLEN, J., "Beeldhouwwerk en versieringskunst in Laken. Gevelversieringen II", LACA Tijdingen, 2, jaargang 5, december 1993, pp. 28-30.