Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

D. DESMEDTarchitect1873

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neorenaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32432
lees meer

Beschrijving

Rechterpand. Herenhuis in eclectische stijl met neo-Italiaanse-renaissance- inslag, naar ontwerp van architect D. Desmedt van 1873.

Restant van geheel van vier gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. herenwoningen met monumentaal gevelfront van veertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), symmetrisch opgebouwd rond midden- en hoekrisalieten, de middenas geaccentueerd door een gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. met beeldengroep Kunsten en Letteren door beeldhouwer J. Laumans; drie rechterpanden gesloopt.
Lijstgevel met overvloedig gebruik van natuur- en hardsteen en bepleistering, vier bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Horizontale registermarkering door doorlopende  entablementenHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., begane grond oorspronkelijk met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. Sterk vooruitspringend hoekrisaliet van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met rijke plastische ornamentering, bekroond door driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Twee hoofdverdiepingen gemarkeerd door balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., respectievelijk Ionische driekwartzuilen en chimerenfries, Corinthische en rozetfries ; verdiepte rondboogvensters met eierlijstOrnament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen. op imposten, respectievelijk saterkop- en acanthussleutel. Eenvoudige bovenste verdieping met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Zijtravee met trigliefen- en stafwerkfries, laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geaccentueerd door balustradeHekwerk van spijlen of balusters., guirlandes en driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. op tweede bouwlaag,
entablement op derde. Verder rechthoekige bovenvensters in geriemde omlijsting onder meer met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en neuten. Zware kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossen en tandlijst, boven panelenfries en architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden.. Pui in modernistische stijl aangepast naar ontwerp van architect P. Verbruggen van 1937, met behoud van ordonnantie onder meer linkerrondboogpoort met saterkopsleutel ; doorlopend  over drie linker aanpalende panden met neoclassicistische inslag, twee uiterste naar ontwerp van architect H. De Betz van 1876, waarmee het één geheel vormt.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 1083 (1873), 47357 (1937), 1215 (1876).