Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

Jean-Jules EGGERICXarchitect1927-1928

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Amsterdamse School

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2013-2015

id

Urban : 23587
lees meer

Beschrijving

Opmerkelijk klein appartementsgebouw in een stijl beïnvloed door de School van Amsterdam en de modernistische beweging De Stijl, n.o.v.architect Jean-Jules Eggericx i.o.v. mevrouw Verwee en mevrouw Lefebure, 1927-1928.

J.-J. Eggericx kreeg voor dit gebouw in 1929 de eerste vermelding tijdens de wedstrijd van de jaarlijkse architectuurprijs Van de Ven. De jury omschreef het als een typevoorbeeld “(…) wat betreft zijn volmaakte zuiverheid”, met “sobere, perfect ontworpen gevelvlakken die van de hoogste smaak getuigen, zowel qua bestemming als qua bouw” (De Houwer, V., 1996).

Sobere gevel van vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), voorzien van strak rechthoekige muuropeningen, rechts uitgelijnd in vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Gevel in bruingetinte baksteen in verschillende metselverbandenWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt. en aangebracht in rollagenLaag van op hun kant gemetselde (bak)stenen. (ter hoogte van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en de garagepoort), geïnspireerd door de architectuur van de School van Amsterdam. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met verspringende bouwlagen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. thans wit geschilderd: aanvankelijk waren de kozijnenSamenstel van stijlen en regels, geplaatst in een venster- of deuropening, waarin de ramen en/of deuren zijn gevat. in donkerdere tinten geschilderd, terwijl de vleugeldeuren een lichte kleur hadden (wit of crème – invloed van De Stijl).
De lichtjes inspringende toegangsdeur is bereikbaar via enkele traptreden; de oorspronkelijke deur werd vervangen door de huidige, met aan weerszijden brievenbussen.
Op de rechtertravee, half ondergrondse garage waarvan de oorspronkelijke driedelige poort is vervangen.

Solbossquare 14, opstand, GAE/DS 279-14 (1927-1928).

Interieur. Oorspronkelijk twee appartementen per bouwlaag, elk met twee kamers, een atelier en een extra slaapkamer of dienstbodekamer op de hoogste verdieping. In 1953 werd de derde verdieping, die aanvankelijk als atelier dienstdeed, tot appartement verbouwd. Toen werd ook het dak lichtjes verhoogd en werden de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. aan de tuinzijde gewijzigd. De gemeenschappelijke ruimten werden waarschijnlijk heringericht tijdens de werken uitgevoerd in de jaren 1950.

Achteruitbouwstrook gedeeltelijk als tuintje aangelegd (garage-inrit) en oorspronkelijk volledig afgesloten door een hek gemaakt van buisvormige stalen elementen ingewerkt in een betonnen sokkel (slechts één element is bewaard, links).

Bronnen

Archieven
GAE/DS 279-14.
Musée des Archives d'Architecture Moderne. Collections, Brussel, 1986 (foto uit 1927).

Publicaties en studies
BURNIAT, P., PUTTEMANS, et al., L'Architecture moderne à Bruxelles, guide, éd. De l'Octogone, Brussel-Louvain-la-Neuve, 2000, p. 212.
DE HOUWER, V., De prijs Van de Ven voor architectuur 1928-1937. Kritische beschouwing van de eerste tien jaar van een architectuurwedstrijd. Licentiaatsverhandeling Universiteit Gent, Gent, 1996.
VAN DIJK, P., Appartementsgebouwen uit het Interbellum in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, niet-gepubliceerde studie in opdracht van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, Brussel, 2004.

Tijdschriften
Brunfaut, G., “La maison particulière en Belgique”, Le Document, 66, 1930, s.p.
“Habitation située avenue Ad. Buyl, à Bruxelles, Oeuvre de l'architecte J. Eggerickx”, LaCité, 10, 1929, p. 135.