Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Antoine LAENENarchitect1913

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22274
lees meer

Beschrijving

Geheel van zes burgerhuizen in eclectische stijl met invloed van de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., verschillend maar met bepaalde overeenkomsten, n.o.v. architect Antoine Laenen i.o.v. industrieel Max Roos, 1913. Gesigneerd en gedateerd “A. LAENEN / ARCHTE 1913” op de benedenverdieping van nr. 31, 37 en 41.

Opstanden van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. achter een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. of een dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Op nr. 31, 33, 35 en 39, gevels oorspronkelijk versierd met sgraffiti, thans bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen..

Op nr. 31, 37 en 41, opstanden volgens een analoog schema, symmetrisch op de verdiepingen. Gevels in crèmekleurige of geelgekleurde baksteen met hardstenen en bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. elementen. Deur en breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met monelenStenen vensterstijl., onder doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel.. DrielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de verdiepingen, achter een balkon, op nr. 37 en 41 trapezoïdaal op de eerste verdieping. Decor van witte en gele keramiektegels. GietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Bewaarde deuren met getraliede ramen.
Op nr. 31, verdiepingen gevat in een inspringende omlijsting met stijlen met hoekblokken. Boogvormige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met verdwenen topstuk. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.
Op nr. 37, gewelfde gekoofde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbroken door een dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de tweede verdieping verdwenen. Bewaard raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., behalve dat van het dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is..
Op nr. 41, boogvormige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Max Roosstraat 33, 35 en 37, opstanden, GAS/DS 190-33-37 (1913).

Op nr. 33, symmetrische opstand op de verdiepingen. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel, oorspronkelijk in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. met witstenen elementen. Op de verdiepingen, respectievelijk drie en vier venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., centraal achter een balkon met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vleugelstukken. Linkerdeel van de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., bewaard. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Op nr. 35, gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met verspringende bouwlagen. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. onder dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. tussen topstukken met volutes. Gevel in oranjekleurige baksteen met hardstenen elementen. GekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping, drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op de verdiepingen, op de tweede onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Balkons volgens verkleinende ordonnantie, op de eerste verdieping trapezoïdaal met holronde zijvlakken. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Deur onder stenen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op geprofileerde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Mansarde met klimmende dakkapelDakkapel met overkapping die in dezelfde richting helt als het dakvlak.. Bewaarde deur. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..

Op nr. 39, symmetrische opstand op de verdiepingen. Gevel in lichtgekleurde baksteen met elementen in oranjekleurige baksteen en hardsteen. Verdiepingen geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Gekoofde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Op de verdiepingen zijn de oorspronkelijk geplande glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met balkon op de middentravee vervangen door venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bewaarde deur. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 31: 190-33; 33 tot 37: 190-33-37; 39, 41: 190-39-41.