Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Antoine DEHAEN – architect – 1932
Stijlen
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Modernistische villa geïnspireerd door de School van Amsterdam, gesigneerd op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. “A(ntoine). DEHAEN / ARCH.”, 1932.
Halfopen bebouwing. Oranjekleurige bakstenen gevels met hardstenen elementen. Beklemtoonde horizontale voegen, ter hoogte van de lateien en het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. opstaand metselwerk. Twee bouwlagen onder plat dak en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de straat, met bijna overal vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters.. Op de eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), garagepoort in de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) behandeld als voorbouw met ronde hoeken en een langwerpig keldervenster met buisreling; uitspringende borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. in de hogere bouwlagen. Op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), deur met getrapte omlijsting, gescheiden van het impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. door een dikke platte betonnen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en gelegen achter een bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. afgeboord door bakstenen muurtjes. Terugwijkende attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. op de laatste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Met uitzondering van het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. op de eerste verdieping, houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard; ramen van de deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. erboven versierd met geometrische glas-in-loodramen. Tuintje afgesloten met een bakstenen muurtje, oorspronkelijk door een buisreling bekroond.
Interieur
Bronnen
Archieven
GAS/DS 195-15.