Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

A. ROUSSEAUarchitect1910

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20886
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee vergelijkbare burgerhuizen in eclectische stijl, gesigneerd op de sokkel van nr. 16 “A Rousseau / Architecte / Etterbeek”, 1910.

Ze sluiten een bijzonder homogene huizenrij in dezelfde stijl, beginnend met nr. 4.

Gevels in witte baksteen met hardstenen elementen. Asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.; hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Balkons volgens verkleinende ordonnantie, het tweede rond; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. hekwerk, op de verdieping van nr. 16 gebuiktMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont., ingewerkt in stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op nr. 18. TopgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met overhoekse pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje.. DakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met vleugelstukken op toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., op nr. 16 onder tentdak, op nr. 18 met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en topstuk. Deuren bewaard, onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. versierd met glas-in-loodraam.

Op nr. 16, schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping bewaard.

Op nr. 18, hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. versierd met palmettenVersiering in de vorm van een palmblad.. Garagepoort uit 1949.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 194-16; 194-18.