Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Pierre CAMBIERarchitect1929-1930

Jean DES TOUCHESarchitect1929-1930

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20563
lees meer

Beschrijving

Ruime eengezinswoning in art-decostijl, n.o.v. architecten Pierre Cambier en Jean des Touches, 1929 (signaturen en jaartal “1930” op de sokkel).

Gevel in oranjekleurige baksteen, witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), links van drie bouwlagen, rechts van vijf, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. PilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en uitsprongen. Op de benedenverdieping, centrale metalen deur onder veelhoekige luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Rechts, garagepoort onder de kleine gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Verdiepingen behandeld als gestapelde erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker., links trapezoïdaal, rechts voorstevenvormig. In de laatste bouwlaag van deze erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centrale smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en hoekstijlen met ingewerkte gebeeldhouwde vogels. Figuratieve reliëfs (zwaluwen op een draad, vruchten en bloemen) of abstracte reliëfs (cannelures, groeven, geometrische decors). SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  bewaard; eikenhouten raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-loodramen.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 197-74.