Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

H. EGGERICKXarchitect1927

H. EGGERICKXarchitect1928

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20556
lees meer

Beschrijving

Geheel gevormd door drie huizen in art-decostijl, n.o.v. architect H. Eggerickx voor eenzelfde opdrachtgever, de eerste twee in 1927, het laatste in 1928 (signatuur en jaartal op de sokkels).

Verschillend uitgewerkte bakstenen gevels met decoratieve metselverbandenWijze waarop bakstenen aan de buitenzijde van een muur zijn gerangschikt.. Twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. ErkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met verschillende vorm, meestal aansluitend op de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Op nr. 47, gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., thans beschilderd. Op de benedenverdieping, vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met verdiepte omlijsting en deur met dagkantBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. met uitsprongen onder geometrisch luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. met drievoudig uitsprong. Brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met ongelijke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bewaarde deur, raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen.

Op nr. 49, drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met beraapte zones en witstenen elementen. Op de benedenverdieping, twee gelijke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en deur onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Aan de zijkant op de verdieping, twee kleine tweezijdige erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. met talrijke uitsprongen. Ondervlak van mansarde met twee vierkante dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., verbonden door eenzelfde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Bewaard raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn., soms met roedeverdeling, behalve op de dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Bewaarde deur.

Op nr. 51, gevel met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. en elementen in witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Deur met dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind. onder geometrische luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.; trapezoïdaal impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., lichtjes uitspringende rechthoekige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met afgeschuinde uitsprongen. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., kleine tweezijdige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. en op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker. met talrijke uitsprongen. Centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Deur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 47: 197-47; 49: 197-49; 51: 197-51.