Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Frans ALBERT – architect – 1899
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2009-2011
id
Urban : 19405
Beschrijving
Burgerhuis in eclectische stijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. n.o.v. architect Frans Albert, gedateerd ‘1899' boven impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak..
Aan het einde van een homogene huizenrij in dezelfde stijl beginnend op nr. 4.
Bakstenen gevel met elementen in hardsteen, waaronder diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen., en witsteen. Op benedenverdieping getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op eerste verdieping van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. stenen en bakstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., resulterend uit verbouwing van oorspronkelijk balkon in 1935; op tweede verdieping balkon met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Aan het einde van een homogene huizenrij in dezelfde stijl beginnend op nr. 4.
Bakstenen gevel met elementen in hardsteen, waaronder diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen., en witsteen. Op benedenverdieping getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op eerste verdieping van hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. stenen en bakstenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., resulterend uit verbouwing van oorspronkelijk balkon in 1935; op tweede verdieping balkon met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Bronnen
Archieven
GAE/DS 46-8.