Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 17994
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee huizen met neoclassicistische inslag, 1902.

Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Oorspronkelijk ontworpen als één woning met koetspoort van nr. 11 uitgevend op een lang, met het huis verbonden atelier in een achterhuis, dat thans nog bestaat. De benedenverdieping van nr. 13 had toen drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., waarvan laatste al in 1903 werd verbouwd tot deur. Bewaarde deuren. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Nr. 11. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. breder. Voor twee andere in tweede bouwlaag doorlopend  balkon. In derde bouwlaag centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Brede dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Nr. 13. Symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Gevel in witsteen met datum ‘anno – 1902'. Muuropeningen in hardstenen omlijsting. Centraal balkon voor glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Drie dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. waarvan centrale onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 25020 (1902-1903).