Bekijk de weerhouden gebouwen
Van Tervurenlaan naar Terkamerenstraat. Bestaat uit twee rechte stukken, ter hoogte van kruispunt met François Gaystraat door stompe hoek met elkaar verbonden.

Aangelegd op privé-initiatief van de nv Entreprise et Gestion Immobilière Egimo, opdrachtgever voor de aanleg van de wijk rond naburige Kapitein Piretlaan en Marcel Butsstraat. Plannen voor nieuwe straten n.o.v. ing. Willem De Bosscher, goedgekeurd door Gemeenteraad van 04.07.1929 en van 06.03.1930 en bekrachtigd door KB van 22.11.1930. In 1930 bepaalde de gemeente de stedenbouwkundige voorschriften voor deze wijk, vlg. de principes van residentiële lanen: voor alle gebouwen een insprong van 5 m t.o.v. de rooilijn voor de aanleg van licht hellende afgerasterde tuintjes; kroonlijsten niet hoger dan 16 m voor gebouwen waarvan totale hoogte niet hoger is dan 23 m. Krachtens een overeenkomst tussen de bovenvermelde nv en de gemeente van 06.03.1930, moest Egimo het wegdek op eigen kosten aanleggen. In ruil kreeg het bedrijf vrijstelling van wegenisbelasting. Het maakte het zijn investering rendabel door de nieuw verkavelde bouwgronden  te verkopen. De wegeniswerken werden tussen februari en oktober 1936 uitgevoerd door aannemer J.B. Gérard.

Genoemd naar Belgisch missionaris die een groot deel van zijn leven aan het verzorgen van melaatsen wijdde. Naam toegekend tijdens Gemeenteraad van 21.03.1936. Omstreeks 1941 werden voetpaden beplant met nog steeds aanwezige kerspruimenbomen.

Aanlegplan van de Pater Damiaanlaan, Kapitein Piretlaan en Marcel Butsstraat, GASPW/DS rooilijnen 14 (1930).

Helft van de bebouwing opgetrokken tussen 1936 en 1940. Meestal huizen met drie bouwlagen vaker met terrasdak dan met mansarde of zadeldak. Tal van gebouwen in modernistische stijl. Intensief gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton met parement en moderne grondplannen. Alle gebouwen voorzien van garage. Dit is het gevolg van de verbreiding van de autoonder de burgerij van het Interbellum. Tal van vroege voorbeelden van ééngezinswoningen van het bel-etagetype. Andere analoog uitziende gebouwen verdeeld in appartementen. Meerdere huizen met twee of drie bouwlagen, verhoogde benedenverdieping, waarvan toegangsdeur bereikbaar via trap, en in souterrain van hoofdtravee garage met hellende inrit.

Dezelfde, in de jaren 1930 nog avant-gardistische, typologieën worden na de oorlog hernomen met een voor de tijd typische esthetische vormtaal: een modernistisch grondplan en proporties, getemperd door decoratieve elementen ontleend aan het architectuurrepertorium van het ancien régime. Deze kenmerken zijn o.m. terug te vinden in de bel-etagewoningen op nr 15, 54, 56, 58, 65, 79, 80 en 85, n.o.v. arch. Raymond Decorte, jaren 1950. Voorts enkele appartementsgebouwen.

Bronnen

Archieven
GASPW/OW 8760, 8755; GASPW/DS rooilijnen 14.

Tijdschriften
15
et 79 : 'Maison de Ville à Woluwé', La Maison, 7, 1951, pp. 238-241.