Typologie(ën)
villa
Ontwerper(s)
Adrien BLOMME – architect – 1912-1920
Raymond UNWIN – architect – 1912-1920
Richard BARRY PARKER – architect – 1912-1920
Stijlen
Eclectisme met pittoresk karakter
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2005-2007
id
Urban : 17134
Beschrijving
Opmerkelijke villa in Engelse cottagestijl, n.o.v. arch. Adrien Blomme, Raymond Unwin en Richard Barry Parker, volgens bouwtoelating van 1912 ingediend door Léon Drugman.
De villa bevindt zich in een grote tuin die doorloopt tot aan de Vanderkinderestraat (zie Vanderkinderestraat nrs 284, 302 en 306, Ukkel) ,en is bereikbaar via een doorgang met portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. in de Molièrelaan.
De villa past perfect in de lijn van de elegante country houses die in dezelfde periode door Raymond Unwin en Richard Barry Parker zijn ontworpen.
Drie vleugels van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.; gearticuleerd rond achthoekig binnenplein met fontein. Gevels uitgevend op dit binnenplein, ter hoogte van benedenverdieping met galerij onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak.. Gevels uitgevend op tuin verlevendigd met talrijke elementen als erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., geveltoppen, dakinsprongen, schouwen, dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen voor 1997.
Het huidige uitzicht van de tuin van de villa is het resultaat van een inrichting die in de jaren 1920 is uitgevoerd, waarschijnlijk volgens de plannen van de Luikse architect Mario Knauer. Knauer was de architect van de nieuwe eigenaar van de villa, de advocaat Frans Thys, die hem ook de opdracht gaf om drie gebouwen te bouwen op het perceel dat hij achteraan zijn eigendom had gekocht, aan de voorkant van de Vanderkinderestraat (zie nrs 284, 302 et 306 ; Ukkel).
De villa bevindt zich in een grote tuin die doorloopt tot aan de Vanderkinderestraat (zie Vanderkinderestraat nrs 284, 302 en 306, Ukkel) ,en is bereikbaar via een doorgang met portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. in de Molièrelaan.
De villa past perfect in de lijn van de elegante country houses die in dezelfde periode door Raymond Unwin en Richard Barry Parker zijn ontworpen.
Drie vleugels van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.; gearticuleerd rond achthoekig binnenplein met fontein. Gevels uitgevend op dit binnenplein, ter hoogte van benedenverdieping met galerij onder lessenaarsdakDak bestaande uit één hellend dakvlak.. Gevels uitgevend op tuin verlevendigd met talrijke elementen als erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., geveltoppen, dakinsprongen, schouwen, dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen voor 1997.
Het huidige uitzicht van de tuin van de villa is het resultaat van een inrichting die in de jaren 1920 is uitgevoerd, waarschijnlijk volgens de plannen van de Luikse architect Mario Knauer. Knauer was de architect van de nieuwe eigenaar van de villa, de advocaat Frans Thys, die hem ook de opdracht gaf om drie gebouwen te bouwen op het perceel dat hij achteraan zijn eigendom had gekocht, aan de voorkant van de Vanderkinderestraat (zie nrs 284, 302 et 306 ; Ukkel).
Bronnen
Archieven
GAE/DS 233-225.
Publicaties en studies
GAE/DS 233-225.
Publicaties en studies
ARCHistory / APEB, Etude analytique et historique. Partie I. Texte, 37 p., et Partie II. Illustrations, 74 p. (www.archistory.brussels).
BLOMME, F., À la rencontre d'Adrien Blomme, 1878-1940, CIVA, Brussel, 2004, p. 36.DEL MARMOL, B., L'Molièrelaan et le quartier Berkendael, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 2002 (Bruxelles ville d'art et d'histoire, 33), p. 18.
MEGANCK, M., Bruxelles par-delà les murs, éd. Aparté, Brussel, 2006, p. 90.