Voormalige cinema Albert Hall en feestzaal Roseland
Eudore Pirmezlaan 9
Waversesteenweg 649-651
Typologie(ën)
cinema/bioscoop
feestzaal
feestzaal
Ontwerper(s)
Arthur MEULEMAN – architect – 1931-1932
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Inventaris van de Bioscoopzalen (1993)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroege gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (ingenieur), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan m.b.t. een wetenschappelijke waarde.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 15497
Beschrijving
Voormalige cinema Albert Hall en feestzaal Roseland, in art-decostijl. Gebouwd in 1931-1932 n.o.v. arch. A. MEULEMAN, gesloten in 1965.In 1931 diende Jos. Weckx een bouwaanvraag in voor een huis aan de E. Pirmezlaan, gelegen vóór de toekomstige cinema en van daaruit ook toegankelijk.
Appartementsgebouw in lichte, gevlamde baksteen van Orp-le-Grand, met vijf bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Rechthoekige muuropeningen. Verticaliserend karakter gaccentueerd door monumentale geprofileerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met papyruskapiteel. Gecanneleerde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en ijzeren balkonleuningen met geometrisch motief in laatste drie bouwlagen. Uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Gevel Waversesteenweg : twee maal zo breed ; vier bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geritmeerd door gelijkvormige pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..

Hoge en brede muuropeningen, rechthoekig op de eerste en derde verdieping, rondboogvormig op de tweede verdieping. Bredere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op de verdiepingen verlicht door respectievelijk een hoog en breed vierkant vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rechthoekige en rondboogopeningen. De rondboogvensters voorzien van ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met geometrisch motief, de overige muuropeningen met gelijkvormige vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Panelen met vegetale sgraffitomotieven. Ter hoogte van friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). opschrift in reliëf "ROSELAND".
Appartementsgebouw in lichte, gevlamde baksteen van Orp-le-Grand, met vijf bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Rechthoekige muuropeningen. Verticaliserend karakter gaccentueerd door monumentale geprofileerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met papyruskapiteel. Gecanneleerde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en ijzeren balkonleuningen met geometrisch motief in laatste drie bouwlagen. Uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Gevel Waversesteenweg : twee maal zo breed ; vier bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), geritmeerd door gelijkvormige pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..
Hoge en brede muuropeningen, rechthoekig op de eerste en derde verdieping, rondboogvormig op de tweede verdieping. Bredere centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), op de verdiepingen verlicht door respectievelijk een hoog en breed vierkant vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rechthoekige en rondboogopeningen. De rondboogvensters voorzien van ijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met geometrisch motief, de overige muuropeningen met gelijkvormige vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Panelen met vegetale sgraffitomotieven. Ter hoogte van friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). opschrift in reliëf "ROSELAND".
Interieur : oorspronkelijke indeling en structuur. Cinema met 1148 zitplaatsen (parterre en balkon). Opmerkelijk vanwege de vestibule met fraai loket uit de jaren 1930, de hal met monumentale trap, de galerij die toegang verleent tot het balkon en de eigenlijke filmzaal met balkon.
In de kelderverdieping (toegankelijk via Waversesteenweg) danszaal met 430 plaatsen, podium, galerijen, erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en bar met fraaie reling en decoratie in art-deco.
Woning en ingang cinema met zalen verbonden via lange, smalle gang die uitkomt op de E. Pirmezlaan en bijna loodrecht op het trapezoïdale, haast rechthoekig perceel aan de Waversesteenweg staat.
Gevel Waversesteenweg afwijkend van plan waarop het staat afgebeeld met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en grote rechthoekige muuropeningen.
In de kelderverdieping (toegankelijk via Waversesteenweg) danszaal met 430 plaatsen, podium, galerijen, erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. en bar met fraaie reling en decoratie in art-deco.
Woning en ingang cinema met zalen verbonden via lange, smalle gang die uitkomt op de E. Pirmezlaan en bijna loodrecht op het trapezoïdale, haast rechthoekig perceel aan de Waversesteenweg staat.
Gevel Waversesteenweg afwijkend van plan waarop het staat afgebeeld met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en grote rechthoekige muuropeningen.
Over dit interessante complex werd een studie gemaakt en er bestaat een voorstel voor herbestemming van La Rétine du Plateau (vergaderzalen en ruimte voor recepties en tijdelijke tentoonstellingen).
Bronnen
Archieven
GAEtt./OW 8148 (1931), 8520 (1932).
Publicaties en studies
MEIRE, R.J., Histoire d'Etterbeek, Musin, Brussel, 1981, pp. 115, 169.
Inventaire des salles de cinéma de la Région Bruxelles-Capitale, La Rétine du Plateau, 1993, fiche 104.
GAEtt./OW 8148 (1931), 8520 (1932).
Publicaties en studies
MEIRE, R.J., Histoire d'Etterbeek, Musin, Brussel, 1981, pp. 115, 169.
Inventaire des salles de cinéma de la Région Bruxelles-Capitale, La Rétine du Plateau, 1993, fiche 104.