Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14780
lees meer

Beschrijving

Ensemble van drie eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. huizen volgens bouwaanvraag van 1901.

Drie bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. lijstgevels op rustiek gebosseerde arduinen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Begane grond gedeeltelijk met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren..

Nr. 10 en 14 volgens spiegelbeeldschema. Rechthoekige deur onder waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen., bekronend rondboogvenster. Garagepoort ter vervanging van oorspronkelijk souterrainvenster. Hierboven drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met gelobde waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. ; balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Eerste verdieping verlicht door korfboogvenster met twee tussenstijlen onder gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. ; paneelomlijsting met diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen., balkon met balustradeHekwerk van spijlen of balusters. op vier voluutconsoles, plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. opgenomen in puilijst. Op de tweede verdieping drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centraal deurvenster ; gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. in het verlengde van architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. ; omlijsting eveneens met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. ; halfrond balkon op geprofileerde lampetvormige uitbuiging, ijzeren leuning. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met vier steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel., geriemde kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels., houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 12661 (1901), inschr.reg. 3074 (1979), 3496 (1984).