Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 14239
lees meer

Beschrijving

Eclectisch hoekgebouw met vier bouwlagen en twee + vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. waarvoor bouwaanvraag van 1907.

Oorspronkelijk met drie bouwlagen, de vierde bouwlaag dateert uit 1953. Gevel in witte steen op lage blauwe hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., horizontaal geaccentueerd door kordonlijstenUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. en gestileerde bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen). op de begane grond.

Gevel Ridderschapslaan : op de begane grond centrale deur (oorspronkelijk venster) ,links inrijpoort, rechts breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Brede rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) vanaf de tweede bouwlaag begrensd door muurkettingen ; gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. voorzien van decoratieve zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en balkonbekroning ; deurvenster in de vierde bouwlaag. Linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met drie rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..

Gevel IJzerlaan met vier rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de begane grond. Links deurtravee begrensd door muurkettingen vanaf de tweede bouwlaag, drie rechth. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verd. In de tweede en derde trav. deurvensters met balkons (doorlopend in de tweede bouwlaag) ; muuropeningen gevat in verdiepte rechthoekige velden. Vierde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met drie rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. begrensd door monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel..

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 2488 (1907), 2649 (1953).