Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

J. BAUDETarchitect1928

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 13844
lees meer

Beschrijving

Pand in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. volgens bouwaanvraag van 1928 n.o.v. arch. J. BAUDET.

Lijstgevel in baksteen en simili-natuursteen op arduinen plint. Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in similisteen met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. ; twee identieke getoogde muuropeningen in geriemde omlijsting waarvan de eerste een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met terugwijkende ingang vormt ; getoogde deur met ovaal zijlicht. Op de verdiepingen korfboogvensters in stenen omlijsting ; sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met bladwerk ; panelen met neuten en dropmotief op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Centraal deurvenster met licht gebogen balkon op lampetvormige, rijkelijk bewerkte uitbuiging ; gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. ijzeren leuning. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst.

Bronnen

Archieven

GAEtt./OW 3209/3439 (1928), 3777 (1929).