Typologie(ën)

herenhuis
bijgebouwen

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1825-1850

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10861
lees meer

Beschrijving

Neoclassicistisch geïnspireerd herenhuis uit XIX b dat in de loop der tijden talrijke wijzigingen heeft ondergaan.

Drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel op arduinen geprofileerde plint met keldergaten. Rechthoekige muuropeningen. Begane grond met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., centrale inrijpoort die naar een binnenplaats leidt. Verdiepingen ingeschreven tussen hoekpenanten en geleed door kordons; in tweede bouwlaag doorlopend  balkon op voluutconsoles, leuning met gedraaide ijzeren tralies; centraal deurvenster onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Muuropeningen van bovenste verdieping met vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.. Oorspronkelijk entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. vervangen door leien gevelbeëindiging.
 
Interieur met gedeeltelijk bewaard houtwerk, lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, plafonds en oude schouwen.

Overdekte doorgang geritmeerd door Ionische zuilen waartussen zij-ingangen met fraai afgewerkt houtwerk; leidt naar binnenplaats met bijgebouw waaraan beglaasd dak n.o.v. arch. H. MARTIN werd toegevoegd in 1912. Vergroting en verbouwing van achtergevel in 1961 n.o.v. arch. X. DE COMBRUGGHE: gordijngevelNiet dragende gevel, meestal bestaande uit een opeenstapeling van vensterregisters. in aluminium. In 1935 project voor gebouw van drie bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in eclectisch geïnspireerde stijl, met garage en repetitielokaal, n.o.v. arch. VAN EECKHOUDT, op vraag van L. Berner, directeur van theater 'La Gaité'. Het uiteindelijke gebouw werd opgetrokken volgens een tweede ontwerp in art-decostijl uit 1936. Deze herhaaldelijk vergrote en verbouwde constructie, o.a. tot naaiatelier in 1956, heeft weinig van zijn oorspronkelijk uitzicht behouden.

Heden bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en bakstenen gevel met twee bouwlagen en acht traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waarvan drie oorspronkelijke volgens plan van 1936 met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Vijf later toegevoegde traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) + twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van zijgevel in baksteen; grote muuropeningen met metalen roedenverdeling.

Bronnen

Archieven

GASJ/DS/OW 8398 (1912), 12561 (1935), 12824 (1936), 15676 (1961).