Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Stijlen

Neoclassicisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10552
lees meer

Beschrijving

Oorspronkelijk deel uitmakend van een homogeen ensemble van drie woningen (nr. 108, 110 en 112) in neoclassicistisch geïnspireerde stijl (1872), telkens met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en met oorspronkelijke bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels, heden met bakstenen parementGevel- of muurbekleding..

In 1908 verbouwd in neo-Vlaamse renaissancestijl.

Heden gevel in witte geëmailleerde baksteen en blauwe hardsteen op arduinen plint met twee keldergaten gelijkend op kruisvormige schietgaten. Houten vleugeldeur met maritieme motieven. Rechthoekige en in laatste bouwlaag getoogde muuropeningen. Bel-etage geaccentueerd door centrale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met Renaissancedecoratie: entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. met kandelabers, gelobde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., tentdak met klein bekronend balkon.

Interieur
: begane grond met oorspronkelijk neogotisch meubilair en houtwerk waaronder lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … in hal, bewerkte eiken tussenwanden, salon met houten plafond, zuilen en schouw met vegetale en middeleeuwe gesculpteerde motieven en marmeren blad.

Bronnen

Archieven

GASJ/DS/OW 1285 (1872), 7704 (1908).